Witte Zee

De Witte Zee (Russisch: Белое море, Beloje More) is een randzee van de Barentszzee binnen de Noordelijke IJszee met een oppervlakte van 90.000 km², die omsloten wordt door Rusland. De toegang naar de zee ligt ingeklemd tussen de schiereilanden Kola (dat deel uitmaakt van Lapland) in het westen en Kanin in het oosten.

Witte Zee
ZeeNoordelijke IJszee
Oppervlakte90.000 km² km²
Diepte (max.)314 m
Diepte (gem.)60 m
Foto's
Satellietfoto Witte Zee
Portaal    Geografie

De zee heeft drie grote baaien: de Kandalaksjabaai, de Onegabaai en de Dvinabaai. In het noordoosten ligt nog een vierde baai: de Mezenbaai.

In de zee liggen een aantal eilanden. De Solovetski-eilanden zijn het grootst en liggen centraal in de toegang tot de Onegabaai. Het kleinere Kiy eiland, op zo’n 15 kilometer van de stad Onega, wordt door veel toeristen bezocht vanwege de oude kloostergebouwen.

De bodem van de Witte Zee ligt gemiddeld 60 meter onder de zeespiegel met een maximum van 314 meter.[1] De verbinding tussen de Witte zee en de Barentszzee is ondiep, de bodem ligt hier maximaal 40 meter onder de zeespiegel.[1] Dit beperkt de wateruitwisseling tussen beide zeeën. Het hoogteverschil tussen eb en vloed is eveneens beperkt, dit is gemiddeld een meter. In de baaien kan het verschil tussen hoog en laag water oplopen tot maximaal 10 meter zoals in de Mezenbaai.

De rivieren die in de Witte Zee uitmonden, brengen jaarlijks zo’n 215 km³ zoet water in. De Noordelijke Dvina levert het meeste water aan, ongeveer 80% van het totaal. Ook de Mezen, die in het uiterste noordoosten van de zee uitmondt, is een grote waterleverancier. In mei ligt de piek als het smeltwater de zee bereikt en in februari en maart is de zoet water aanvoer het minst. Per jaar stroom ongeveer 2.200 km³ water uit de Witte Zee, maar een onderstroom brengt 2.000 km³ zout water terug.[1] De saliniteit ligt in de Witte zee tussen de 27-30‰, dit is gelijk aan 27 à 30 gram zout per liter water, en tussen de 10-19‰ in de baaien waar de rivieren uitmonden.[1] Vooral in het voorjaar met de toevoer van zoet smeltwater neemt de saliniteit in de baaien af tot aan de ondergrens.

De zee ligt grotendeels ten zuiden van de Poolcirkel en is van oktober – november tot mei – juni bevroren. Het ijs is gemiddeld 40 centimeter dik, maar kan in zeer koude perioden oplopen tot 150 centimeter. Door de stroming en het tij wordt het ijs in de winter gebroken en drijft vooral in de zee rond.[1]

In de Witte Zee komen zadel- en ringelrobben voor.[1] Vooral in de winter zijn er veel zadelrobben in de zee aanwezig. Verder zijn er zo'n 57 vissoorten in de zee gesignaleerd; vooral de haring komt er veel voor. Verder kabeljauw, zalm, forel en mossels.[1]

De voornaamste haven aan de Witte Zee is die van Archangelsk bij de monding van de Noordelijke Dvina. De stad Severodvinsk even westelijker heeft een nucleaire onderzeebootbasis. Kleinere steden aan de zee zijn Kandalaksja, Kem en Onega.

Zie de categorie White Sea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.