Witmetaalfabriek

De Eerste Nederlandsche Witmetaalfabriek was de naam van een metaalbedrijf dat non-ferro legeringen vervaardigde. Het was achtereenvolgens gevestigd te Amsterdam, Loosduinen en Naarden.

Oorsprong

Voor speciale doeleinden waren en zijn bijzondere metaallegeringen bedacht die onder uiteenlopende namen in de handel kwamen en die specifieke eigenschappen hadden of werden toegedicht. Zo was er begin 20ste eeuw het Babbitmetaal of witmetaal dat voor lagers werd gebruikt. De in Amsterdam gevestigde technische handelsfirma Croese, Ulbrich & Co. voerde rond 1915 een soortgelijk zogeheten Glycometaal. In 1920 besloot de directeur van deze handelsonderneming H.D.N. Croese zelf een lagermetaal te vervaardigen, als eerste in Nederland. De naam van Croese verdween bij een omzetting in 1922 en het bedrijf ging onder directie van E.W. Hendriks verder als Eerste Nederlandsche Witmetaalfabriek. De vestiging in de stad Amsterdam was nogal hinderlijk voor de omgeving en de bedrijfsvoering waarop de aandeelhouders in 1923 besloten om de hele zaak te verplaatsen naar het landelijke Loosduinen.

Samensmelten

Onder directie van A.H. Jonker kwam de onderneming ook tot de productie van lettermetaal dat in de zetterijen werd gebruikt. Er ontstond contact met Pieter Zaal, de directeur van de grootste lood/lettersmelterij van Nederland J.B. Meyer ofwel De Vulkaan, te Bodegraven. Zaal werd in 1926 eigenaar van de aandelen en verplaatste het personeel en de inventaris van zijn oude bedrijf naar Loosduinen. In 1930 kwam de onderneming onder directie van de firma Dikkers te Hengelo, Zaal werd president-commissaris. Een bijzonder nevenbedrijf was de begin 1937 overgenomen kunstgieterij Prowaseck te Leiden. Deze goot plaquettes, beelden en reliƫfs van lichtmetaal.

Verandering en verplaatsing

In de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf leeggeroofd. Maar de zaak werd weer opgebouwd o.l.v. de zoon van Zaal, A. Zaal. Het nevenbedrijf te Leiden telde in 1948 34 man personeel, maar is vermoedelijk in de jaren vijftig opgeheven. De fabricage te Loosduinen berustte rond 1960 op 4 pijlers: lagermetaal, lettermetaal, soldeer en pewter ofwel siertin. Dat laatste werd verwerkt in De Pletterij Maarn. In 1961 nam Billiton het bedrijf over en in 1969 volgde de verhuizing naar een nieuw pand te Naarden, waar ook De Pletterij onderdak vond. In 1984 werd Billiton overgenomen door Shell, en Witmetaal vormde zo'n tien jaar onderdeel van de divisie metalen. Onder invloed van de opmars van de elektronica en het stijgende gebruik van soldeerverbindingen groeide het personeelsbestand van 70 werknemers in 1977 tot 180 eind 1989. Maar begin jaren '90 stootte Shell bij een herstructurering de divisie af. Billiton Witmetaal - met naast de hoofdvestiging te Naarden ook verkoopkantoren te Neurenberg, Parijs en Antwerpen - werd in 1994 verkocht aan de Britse Cookson Group. Tien van de 160 werknemers moesten daarbij afvloeien. Onder de naam Cookson Electronics is het bedrijf anno 2016 nog altijd actief.

Bronnen

  • Binnen de muren van ENWF, Naarden, Erts 2 (1971)
  • Witmetaal: steeds groter in steeds kleiner, Shell Venster , nummer 1, 1990, p. 6-9
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.