Willem van Bronckhorst-Batenburg (1529-1573)

Willem van Bronckhorst-Batenburg heer van Steyn en Batenburg (1529 - Stein, Heemstede, 1573) zoon van Herman van Bronckhorst-Batenburg en Petronella van Praet en Moerkercken.

Wapen van Bronckhorst-Batenburg

Levensloop

Huwelijk

Willem trouwde (1) in Heukelom op 13 juli 1549 met Jeanne de St. Omer Moerbeecke. Zij was weduwe van Halewijn van Boesingen[1], een zuster van Karel van Sint-Omaars en een dochter van Joos van Sint-Omaars en Anna van Praet. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.

Willem trouwde (2) met Erica gravin van Manderscheidt, weduwe van de graaf van Isenburg. Zij kregen een zoon:

De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)

Hele adellijke families vechten gezamenlijk in de oorlog tegen Spanje. Slechts een enkeling stierf een natuurlijke dood. Ook de familie van Bronckhorst-Batenburg, zoals Willem, Carel, Diederik en Gijsbert. Bekende andere broers die tegen de hertog van Alva en zijn opvolgers vochten zijn de families Van Nassau (prins Willem, Adolf, Lodewijk en Hendrik), Van Brederode (Hendrik en Lancelot). Willem van Batenburg leidt kort het leger van prins Willem van Oranje-Nassau op het Haarlemmermeer en bij het ontzet van Haarlem.

Twee broers van Willem van Batenburg, Dirk en Gijsbert, zijn tegelijkertijd met Van Egmond en Hoorne onthoofd. De onthoofding was in de toenmalige hoofdstad van de Nederlanden op de Grote Markt van Brussel. De executie gebeurde als wraak voor het verlies van de slag bij Heiligerlee (23 mei 1568). Alva liet ook de een maand eerder bij de (tweede) slag bij Dalheim gevangengenomen Jan van Villers, Pierre d'Andelot, Jan van Blois van Treslong, Filips van Wingle, Jacob van Ilpendam, secretaris van Brederode, en Artus, zijn kamerling, onthoofden.

Hij nam uit ontevredenheid dienst in het leger van den prins van Oranje. De heerlijkheid Batenburg werd 12 februari 1569, op last van het hof van Brabant te Brussel, in beslag genomen. Steyn bleef daarvoor bewaard, omdat het een rijksheerlijkheid was. Willem was, weliswaar kortstondig, leider van het leger van Willem van Oranje, in 1572 werd hij bevorderd tot luitenant-generaal van Zeeland en in 1573 als opvolger van Lumey luitenant-generaal van Holland. Willem raakte in 1573 dodelijk gewond bij de Slag bij Manpad in Heemstede. Hij viel met zijn troepen in een hinderlaag, werd gevangengenomen en stierf twee dagen later aan zijn wonden.[2]

Doopsgezind

De Batenburgers waren in het begin van de 16e eeuw aanhangers geworden van een groep extremistische doopsgezinden. Jan van Batenburg, bastaardzoon van de Heer van Batenburg, en zijn mannen maakten het platteland van de noordelijke Nederlanden en Westfalen onveilig. Het was hun een beetje in de bol geslagen. Ze beweerden de goddelijke wraak op de goddelozen te belichamen. (Bron??)

Wapen

Het wapen van Willem van Bronckhorst-Batenburg, heer van Steyn en Batenburg: In rood een leeuw van zilver, gekroond, getongd en genageld van goud (Bronckhorst); In rood een St. Andreaskruis van goud, vergezeld van vier omgekeerde droog- scheerdersscharen van hetzelfde (Batenburg).

Muntmeester

Batenburger Taler

Willem van Bronckhorst-Batenburg laat in 1564 deze munt slaan. Er staat een muntmeesterteken op en een jaartal, evenals een keizerlijke gekroonde dubbelkoppige adelaar met borstschild.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.