Wet van Gresham

De wet van Gresham is een empirische stelregel uit de monetaire economie, die stelt dat de omloop van "slecht geld" die van "goed geld" verdringt. Met slecht geld werd oorspronkelijk muntgeld bedoeld dat onderhevig is aan muntontwaarding omdat het edelmetaal waar de munten van geslagen worden, aangelengd wordt met minder kostbaar materiaal, terwijl de nominale waarde ongewijzigd blijft ten opzichte van zuivere munt. Dergelijke vervalsing van de muntwaarde werd in vroeger eeuwen toegepast door overheden als heimelijke besparingsmaatregel. Het effect dat de wet van Gresham voorspelt vindt dan plaats omdat producenten en consumenten, zodra zij het verschil in intrinsieke waarde bemerken, het zuivere geld zullen opsparen, terwijl ze het slechte geld zo snel mogelijk zullen uitgeven; daardoor verdwijnt het zuivere geld uit het economische verkeer.

Thomas Gresham

De wet is genoemd naar Thomas Gresham, een Engels 16e-eeuws bankier, die het fenomeen overigens lang niet als eerste opmerkte. Deze wet werd eerder geformuleerd of beschreven door onder meer Aristophanes, Nicolaas van Oresme en Nicolaas Copernicus. In Polen heet deze wet daarom de Wet van Copernicus-Gresham.

Geschiedenis

Nicolaas van Oresme beschreef al de reacties van mensen op geld van wisselende kwaliteit

De uitdrukking "Wet van Gresham" dateert pas uit 1858, toen de Schotse econoom Henry Dunning Macleod (1821-1902) besloot het fenomeen dat goed geld wordt verdreven door slecht geld, te vernoemen naar Thomas Gresham (1519-1579). Macleod schreef dat dit verschijnsel weliswaar voorheen al waargenomen was, maar dat Gresham als eerste het noodzakelijke verband zag tussen de feiten.[1]

Gresham zelf vermeldde het in een brief aan koningin Elizabeth I, exact 300 jaar eerder. Zij was net op de troon gekomen en besteedde direct aandacht aan het muntwezen, daarop geattendeerd door Gresham. Aanleiding was het vervangen van 40 procent van het zilvergehalte van de Britse shilling door waardeloos metaal door Henry VIII. Een vorm van devaluatie en het omzeilen van belastingen. De oude shillings werden verzameld, de nieuwe als geld gebruikt, een toen algemeen bekend feit. Bij het bestijgen van de troon door Henry's dochter Elizabeth I, wees Gresham haar hierop, waarna zij een plan ontwikkelde voor het herstel van deugdelijk geld.

Macleod (1858) vermeldt dat in 407 v.Chr. op het Griekse schiereiland Peloponnesos de aloude en veelgeroemde Attische munt werd vervangen door een munt van mindere kwaliteit.[2] De oude munt verdween direct uit de circulatie (werd opgepot), een feit dat ook is opgemerkt door Aristophanes in zijn toneelstuk De kikkers (Βατραχοι). Aristophanes vergelijkt hierin het lot van politici die hetzelfde wacht als verschillende kwaliteit munten.

Theognis, een Griekse dichter die leefde in de tweede helft van de 6e eeuw v.Chr., vermeldt dat legeringen van goud en zilver eenvoudig worden ontdekt door slimme mensen en dat niemand een slechter ruilmiddel accepteert als een beter voorhanden is.[3]

Nicolaas van Oresme noemt in zijn Tractatus de origine, natura, iure et mutationibus monetarum (Verhandeling over oorsprong, aard, recht en vervalsing van munten) uit 1355 het verschijnsel ook en levert een uitgebreid betoog over muntvervalsingen door verlaging van het gehalte edelmetaal. Hij haakte hiermee aan bij al lang bestaande kennis; in petities aan tijdgenoten Eduard III en Richard II werd hierop al gezinspeeld.[4]

John Hales (overleden in 1571) schreef het werk A discourse on the Common Weal of this Realm of England waarin hij verwijst naar proclamaties waarin het circuleren van oude gouden munten boven een zekere prijs wordt verboden. Dat verbod zou die munten juist uit circulatie halen en daarmee onbereikbaar voor het publiek.

Ook in het vroegere China was men er al bekend mee.[5] De neo-Confucianist Yeh Shih (1150-1223) wijst erop dat een tekort aan muntgeld niet ondervangen kan worden met papiergeld, omdat munten dan nog meer gehamsterd zullen worden. Papiergeld verdrijft het echte geld, de munten, welks "tekort" men met papier had willen opvangen. Schrijver Yuan Hsieh betoogt dat het toevoegen van ijzergeld, naast kopergeld en papiergeld, het koper nog duurder en minder gebruikmaakt. Ook de vroeg-twintigste-eeuwse auteur Chen Huan-Chang verwees naar Yuan Hsieh en verwierp daarom bimetallisme dat bestaat uit koper en ijzergeld en omdat dat de Wet van Gresham in praktijk betekent.[6]

'Goed' en 'slecht' geld

Van "goed" geld wijkt de nominale waarde die op de munt staat, nauwelijks of niet af van zijn gehalte aan edelmetaal. Zonder wetten op de betaalmiddelen zal zulk edelmetaalgeld vrijelijk worden verhandeld tegen een koers die iets boven de ruwe grondstofwaarde ligt. Mensen handelen namelijk liever in munten dan in 'anonieme' stukken edelmetaal, en dat maakt de prijs van zulke munten iets hoger dan de prijs van het edelmetaal erin. Het prijsverschil tussen nominale waarde en metaalwaarde heet sleischat of seigniorage. Doordat sommige munten niet circuleren en in handen blijven van muntverzamelaars, kan dit de vraag naar het munten van edelmetaal doen toenemen.

Zulk ‘goed geld’ is vandaag de dag bijvoorbeeld de Krugerrand, de Amerikaanse Gold Eagle en soms de zilveren Maria Theresia thaler uit Oostenrijk. Munten van dit type zijn geliefd bij verzamelaars en handelaren.

"Slecht" geld is daarentegen muntgeld met een beduidend lager gehalte edelmetaal dan de nominale waarde van de munt, of zelfs geen edelmetaal. Soms is zulk ‘slecht geld’ in circulatie als geldig officieel betaalmiddel naast ‘goed geld’, tegen dezelfde nominale koers als dat ‘goede’ geld.

Legaal ‘slecht geld’

Overheden gingen er in het verleden soms nogal openlijk toe over, het officiële gehalte aan edelmetaal in officiële munten te verlagen, zodat de intrinsieke waarde van de munten lager werd dan de nominale waarde ervan. Wetten op de betaalmiddelen bepaalden dan, dat die ‘slechte’ munt toch de oude, nominale waarde behield. Bijvoorbeeld werden dan legeringen met niet-edelmetalen gebruikt voor de munten.

Illegaal ‘slecht geld’

Slaagt men erin om uit munten edelmetaal te verwijderen en toch de munt dezelfde nominale waarde te laten behouden, dan kan men het verwijderde edelmetaal weer apart verkopen, en dus winst maken. Als burgers dat doen is het fraude. Burgers ’snoeiden’ of schraapten soms munten: ze slepen de munt langs de rand iets af en wonnen daarmee dus kleine hoeveelheden van het edelmetaal, terwijl de munt nominaal toch dezelfde waarde behield. Ook valse munten, gemaakt van gewone metalen, vallen onder illegaal "slecht" geld.

Voorbeelden

Zilveren munten circuleerden algemeen in Canada (tot 1968) en in de Verenigde Staten (tot 1964 de dimes (10 cent) en de quarters (25 cent) en tot 1971 de halve dollars). In deze landen werden die munten echter vervangen door goedkopere metalen, toen de marktwaarde van zilver tot boven de nominale waarde steeg. De zilveren munten verdwenen uit de circulatie toen burgers ze achterhielden wegens de huidige of te verwachten toekomstige intrinsieke edelmetaalwaarde, die boven de nominale waarde lag. Men gebruikte de nieuwere, van goedkoper metaal gemaakte munten in het dagelijks betaalverkeer. Dat deed zich ook in Nederland voor bij de overschakeling van zilveren guldens en rijksdaalders naar nikkelen, vanaf 1967. Aan het einde van de jaren zeventig probeerden de Amerikaanse gebroeders Hunt tevergeefs de zilvermarkt in handen te krijgen. Zij dreven de zilverprijs tijdelijk ver boven de historische niveaus en bevorderden zo dat zilveren munten nog meer uit de circulatie werden gehouden. Datzelfde doet zich heden ten dage voor met koperen munten zoals de Canadese penny van voor 1997, de Amerikaanse cent en de Britse koperen pennies en halfpence munten van voor 1992. Het komt zelfs voor bij munten van een minder duur metaal, zoals stalen munten in India.[7]

Ook bestaan er voorbeelden van verschillende munten die tegen korting of opslag toch gezamenlijk circuleerden. De Spaanse dollar circuleerde in de Verenigde Staten lange tijd gezamenlijk met Amerikaanse dollarmunten en wel met een opslag van een kwart tot één procent. Die Spaanse munt bevatte 373,5 grains zilver; de dollar slechts 371,25 grains. Hier vond vrije koersvorming plaats op basis van het gewicht edelmetaal en dreef de ene munt niet de andere uit omloop.[8]

Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog circuleerden er zowel ongedekte papieren Greenbacks (uitgegeven om de oorlog mee te financieren) als gouden munten. De Greenbacks daalden echter snel in waarde ten opzichte van het goud; na enkele jaren hadden zij nog maar een koers van rond de 40 procent.

Verandering muntstelsel

De uitspraak deed oorspronkelijk opgeld ten tijde van hervorming of verslechtering van het muntstelsel. Oude of zware munten verdwenen uit de circulatie ten gunste van nieuw ingevoerde, gesnoeide of lichte munten. Daarnaast concurreerden vooral kleine muntheren met grote muntheren door net iets lichtere munten met dezelfde nominale waarde uit te geven om op die manier hun inkomsten uit de sleischat te vergroten. De inhoud van de uitspraak veranderde van karakter met de invoering van het bi-metallieke stelsel, waarin volwaardige gouden en zilveren munten tegen een vaste prijsverhouding werden uitgegeven en vrij aangemunt konden worden, terwijl de prijsverhouding tussen goud en zilver kon veranderen.

In al deze gevallen is er sprake van "duur geld" (zwaar, bevat relatief veel edelmetaal) en "goedkoop geld" (dezelfde koopkracht als duur geld, maar een kleinere metaalwaarde). In een moderne economie komt dit alleen nog voor bij een diepgaande crisis, zoals een oorlog of het instorten van het vertrouwen in het geld in omloop.

Invoering euro

Ook bij de eerste dagen na de eerste overschakeling naar de euro in de EMU op 1 januari 2002 heeft zich het volgende effect voorgedaan: de gebruikers waren nieuwsgierig naar de nieuwe munt, wilden die graag bij zich houden en gebruikten daarom de oude valuta om uit te geven, waardoor de euro in sommige landen de eerste dagen moeilijk circuleerde. Enkele nationale banken hebben dit effect proberen voor te zijn door enkele weken op voorhand al pakketjes met euromuntjes te verkopen of zelfs gratis uit te delen, om zo de nieuwsgierigheid al vooraf weg te nemen.


This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.