Warren Abstract Machine

Een Warren Abstract Machine ofwel WAM is een virtuele machine gericht op de taal Prolog en bestaat uit een geheugenmodel en een instructieset. Momenteel is het een de-facto standaard voor Prolog-compilers. Omdat deze architectuur de mogelijkheid biedt Prologprogramma's naar een low-level bytecode of machinetaal te compileren helpt het de Prolog-code efficiënter uit te voeren en maakt het echte Prologcompilers mogelijk. Warren voorziet in zijn publicatie zelfs een gespecialiseerde Prolog-processor.

Representatie van Prolog-terms

Een Prologterm wordt in een WAM gerepresenteerd door een tag gevolgd door een waarde. De tag wordt gebruikt om het type van de term te identificeren. Types zijn normaliter:

  • Reference, een verwijzing naar een gebonden of ongebonden variabele
  • Structures, voor Prologstructuren,
  • Lists,
  • Constants, getallen, maar ook Prolog-atoms.

Structuren en lijsten worden hierbij niet gedeeld, maar in hun geheel gekopieerd.

Geheugenmodel

De Warren Abstract Machine verdeelt de beschikbare geheugenruimte op in vier delen:

  • De code space, waarin instructies worden opgeslagen,
  • De local stack, Bevat environments, waarin gegevens omtrent het huidige goal wordt bijgehouden en keuzepunten met hun voortzettingen.
  • De global stack or heap, bevat alle structuren en lijsten die worden aangemaakt door unificatie en die moeten worden vrijgegeven bij het backtracken.
  • De trail, waarin wordt bijgehouden welke gebonden variabelen moeten worden vrijgegeven bij het backtracken

Registers

De huidige toestand van het Prolog-programma wordt weergegeven in een aantal registers:

Registerdoelwijst naar
PProgrammatellerCode ruimte
CPVoortzetting (continuation)Code ruimte
ELaatste omgeving (environment)local stack
BLaatste keuzepunt (backtracking)local stack
ATop van de lokale stack
TRTop van de trail-stack
HTop van de heap
HBTop van de heap voor het laatste keuzepunt
SStructure Pointer
A1, A2 .. AnArgumentenheap
X1, X2 .. XnLokale variabelen

Instructieset

De instructieset van de WAM kan worden onderverdeeld in vijf categorieën:

  1. get-instructies, corresponderen met de kop van de clause halen en unificeren die met argumenten.
  2. put-instructies, corresponderen met argumenten meegegeven aan een goal en laden deze in de A registers
  3. unify-instructies, corresponderen met argumenten van een structure en unificeren deze met bestaande structuren of maken nieuwe structuren aan.
  4. procedural instructies, dragen zorg voor het overdragen van de besturing en het alloceren en dealloceren van geheugenruimte.
  5. indexing instructies, filteren de clauses die overeenkomen met een goal en laten alleen die clauses over die mogelijk geëvalueerd worden.

Instructies bestaan uit een opcode gevolgd door 0, 1 of 2 argumenten. Een argument kan 1, 2 of 4 bytes lang zijn.

Bronnen

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.