Warme chocolademelk

Warme chocolademelk, ook bekend als warme cacao, is een verwarmde drank gemaakt van geraspte chocolade, gesmolten chocolade of cacaopoeder, verwarmde melk of water en vaak ook suiker. Warme chocolademelk kan met slagroom worden bedekt. Warme chocolade gemaakt met gesmolten chocolade wordt soms drinkchocolade genoemd, gekenmerkt door minder zoetheid en een dikkere consistentie.

Kopje warme chocolademelk met slagroom en cacaopoeder

Geschiedenis

Verkoop van koek en chocolademelk op het ijs (Haarlem, 1985)

De eerste chocoladedrank werd waarschijnlijk door de Maya's circa 2000 jaar geleden gemaakt en de cacaodrank was een essentieel onderdeel van de Azteekse cultuur rond 1400 v.C.[1] De drank werd populair in Europa nadat deze in de 16e eeuw vanuit Mexico in de Nieuwe Wereld werd geïntroduceerd en heeft sindsdien veel veranderingen ondergaan. Tot de 19e eeuw werd chocolade zelfs gebruikt als medicijn om aandoeningen zoals lever- en maagziekten te behandelen. Lange tijd was dit een luxeproduct dat enkel door de rijken kon gepermitteerd worden.

In de jaren 2010 wordt warme chocolademelk over de hele wereld geconsumeerd en komt het in verschillende variaties voor, waaronder de gekruide chocolademelk para mesa uit Latijns-Amerika, de zeer dikke cioccolata calda, geserveerd in Italië, de chocolate a la taza, geserveerd in Spanje en de dunnere warme cacaomelk gebruikt in de Verenigde Staten.

In Nederland behoort warme chocolademelk tot de typisch winterse dranken. Op schaatsbanen en natuurijs is het de belangrijkste niet-alcoholische drank van koek-en-zopiekramen.

Toebereiding

Voorbereide warme chocolademelk wordt verkocht in een groot aantal zaken, waaronder cafetaria's, fastfoodrestaurants, koffiehuizen en cafés. Instantchocolademelkpoeder wordt verkocht in supermarkten, waaraan kokend water of warme melk kan worden toegevoegd om de drank thuis te bereiden.

Chocoladekannen

Voor het schenken van warme chocolademelk werden speciale chocoladekannen gemaakt, meestal uit porselein of metaal. De chocoladekannen uit de 18e en begin 19e eeuw hadden vaak een gat met een schuifklep in het deksel. Dit gat was nodig om met een roerstok in de warme chocolademelk te roeren. De chocolade was toen niet zo gemakkelijk oplosbaar en had de neiging om naar de bodem te zinken. Met de roerstaaf kon de chocolademelk worden opgeklopt en zo met schuimvorming worden geserveerd in de tassen.

Vanaf einde 18e eeuw is er weinig onderscheid tussen chocolade- en koffiekannen en een aantal werden waarschijnlijk voor beiden gebruikt. Chocolademelk werd ook vaak geserveerd in kruiken. De chocoladekruiken uit de 19e en 20e eeuw konden heel goed onderscheiden worden van de koffiepotten omdat ze een bek of een korte tuit hadden op de top van de kan, terwijl koffiepotten een langere tuit hadden die verder naar beneden geplaatst was.

Fotogalerij

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.