Wang Shang

Wang Shang (… - 12 v.Chr.) was een hoge Chinese functionaris uit de eerste eeuw v.Chr die tot de familie van keizer Wang Mang behoorde. Hij was de vijfde zoon van Wang Jin, halfbroer van keizerin Wang Zhengjun en oom van zowel keizer Cheng als van Wang Mang. Nadat hij in 32 samen met vier andere (half)broers in de adelstand was verheven, ontving hij in 27 de titel 'markies van Chengdu' (Chengdu hou, 成都侯), met de bijbehorende landgoederen.

Stamboom van de familie Wang

In 16, na de dood van zijn halfbroer Wang Tan, werd Wang Shang verantwoordelijk gemaakt voor de bewaking van de stadspoorten, met de rang van generaal. In het daaropvolgend jaar volgde hij zijn neef Wang Yin op als opperbevelhebber (Da Sima, 大司馬), de op dat moment belangrijkste functie in het keizerrijk. Hij bleef dat tot zijn dood in 12, toen hij werd opgevolgd door zijn halfbroer Wang Gen.

Volgens de Hanshu had Wang Shang, net al zijn broers Wang Li en Wang Gen een luxe, verkwistende levensstijl. Toen keizer Cheng tijdens één van zijn nachtelijke (plezier)tochten ontdekte dat Wang Shang een gat in de stadsmuur had laten maken om zo ongezien aan zijn gerief te kunnen komen, wekte dat zijn woede op. De keizer bleek echter machteloos te staan tegenover de familie Wang, hij was niet in staat daadwerkelijk een aanklacht uit te vaardigen. Mogelijk had een decreet uit 13 v.Chr. ter beperking van buitensporige luxe te maken met de extravagante levensstijl van leden van de familie Wang.