Vijfkeizerjaar

Het Vijfkeizerjaar of de Romeinse Burgeroorlog van 193-197 was een periode in de Romeinse geschiedenis waarin vijf personen de titel van Romeins keizer claimden. De burgeroorlog begon met de moord op Pertinax op 28 maart 193 en eindigde in een van de grootste veldslagen in de Romeinse geschiedenis.

Pertinax
Didius Julianus
Septimius Severus

Keizers, keizerinnen en Caesars in deze periode

Chronologie van de gebeurtenissen

31 december 192

Op oudejaarsavond 192 werd de alom gehate keizer Commodus door een complot van senatoren en naasten van Commodus om het leven gebracht. Diezelfde avond nog werd bekendgemaakt dat Pertinax tot keizer was benoemd. Het door en door corrupte regime van Commodus kon echter niet zo snel ongedaan worden gemaakt. Pertinax die met de beste bedoelingen aan het werk ging om de corruptie weer uit te bannen en de bezittingen rechtvaardiger te verdelen, beging de fout te snel te gaan.

3 januari 193

Reeds binnen enkele dagen probeerden sommigen een coup te plegen en een tweede mislukte coup volgde begin maart.

Begin van de burgeroorlog

Romeinse Burgeroorlog van 193-197

Cyzicus · Nicaea · Vlakte van Issus · Lugdunum

De Praetoriaanse garde was ontevreden over de manier waarop de troonopvolging had plaatsgevonden. Zij bestormde op 28 maart 193 het paleis en vermoordde de 66 jaar oude keizer.

In Rome ontstond chaos en de senaat deed een beroep op de schoonvader van Pertinax, Flavius Sulpicianus om het keizerschap te aanvaarden en de Praetoriaanse garde met geld voor zich te winnen. Een zeer rijke senator, Didius Julianus begon echter tegen Sulpicianus op te bieden, waarop de op geld beluste Praetoriaanse garde de troon aan de hoogste bieder verkocht. Didius Julianus kocht diezelfde dag de troon voor het gigantische bedrag van 25.000 sestertii per man (dat overigens nooit in zijn geheel werd uitbetaald).

Het woedende Romeinse volk zond onmiddellijk een oproep naar de militaire commandanten in de provincies die trouw aan Pertinax waren, om Rome te bevrijden van de Praetoriaanse garde en haar vazal en de dood van Pertinax te wreken.

April 193

De walging die de gang van zaken in het hele Romeinse Rijk veroorzaakte was groot en drie gouverneurs gaven onafhankelijk van elkaar gehoor aan de oproep van het volk van Rome en werden door hun legioenen tot keizer uitgeroepen: Septimius Severus, gouverneur van boven Pannonia (9 april); Clodius Albinus (gouverneur van Britannia) en Pescennius Niger (gouverneur van Syrië).

2 juni 193

Septimius Severus die het dichtst bij was, bereikte als eerste Rome, en versloeg na enige schermutselingen de Praetoriaanse garde. Didius Julianus werd door hem afgezet en vervolgens onthoofd. De Praetoriaanse garde had zich overgegeven en hun leven werd gespaard. Zij voldeden aan de voorwaarde de groep soldaten die Pertinax vermoord hadden uit te leveren en deze werden terechtgesteld.

Severus sloot vrede met Clodius Albinus door hem de titel Caesar aan te bieden, en zo kon hij zich concentreren op Pescennius Niger in het oosten.

Lente 194

Na een bloedige strijd in Cilicia was Pescennius Niger verslagen en het gehele keizerrijk onder controle van Severus.

Herfst 195

Severus gaf zijn oudste zoon de titel Caesar en de senaat verklaarde Albinus tot staatsvijand. Albinus ging naar Gallia en werd door de legioenen aldaar tot keizer uitgeroepen.

Einde van de burgeroorlog

Het kwam op 19 februari 197 tot een treffen tussen de legioenen van Severus die naar slag bij Lugdunum waren opgetrokken. Daar werden Albinus' troepen verslagen in een van de grootste veldslagen uit de Romeinse geschiedenis. Albinus vluchtte en pleegde zelfmoord.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.