Pertinax (keizer)

Publius Helvius Pertinax (126-193) was gedurende 87 dagen keizer van Rome, van 31 december 192 - 28 maart 193. Hij was een integere keizer, die slachtoffer werd van een diep gewortelde, van zijn voorganger geërfde corruptie. Hij is ook een voorbeeld van iemand die van de meest bescheiden positie op eigen kracht opklom tot het hoogste ambt in het Romeinse Rijk.

Pertinax
Met toestemming van Classical Numismatic Group, Inc. (CNG)
Geboortedatum126
Sterfdatum193
TijdvakBurgeroorlog, 193-197
Periode192-193
VoorgangerCommodus
OpvolgerDidius Julianus
Staatsvormprincipaat
Persoonlijke gegevens
Naam bij geboortePublius Helvius Pertinax
Gehuwd metTitiana
Romeinse keizers
Portaal    Romeinse Rijk
Beluister (info)

Leven[1]

Pertinax werd op 1 augustus 126 geboren in Alba Pompeia[2] in Liguria. Hij was de zoon van vrijgelatene Helvetius Successus.[3] Zijn vader had na zijn vrijlating een school opgericht. Pertinax werkte oorspronkelijk ook in het onderwijs. Hij was grammaticus (leraar in de grammatica),[4] Op latere leeftijd besloot hij een poging te doen om een meer uitdagende baan te verkrijgen. Hierin slaagde hij. Op aanbeveling van de vroegere meester van zijn vader kreeg hij een aanstelling als prefect bij een cohort.[5]

In de Parthische Oorlog die volgde[6] was Pertinax in staat om zich te onderscheiden. Dit resulteerde in een reeks van promoties. Tijdens het bewind van Marcus Aurelius werd hij benoemd tot senator. Na een periode in Britannia (als militaire tribuun van Legio VI Victrix)[7] en aan de Donau, diende hij als procurator in Dacia.[8] Hij leed een tegenslag toen hij tijdens het bewind van Marcus Aurelius het slachtoffer van een hofintrige werd. Kort daarna werd hij echter teruggeroepen om Claudius Pompeianus in de Marcomannenoorlog te assisteren.[9] In 175 werd hij tot suffect-consul benoemd.[10] Tot 185 was Pertinax gouverneur van de provincies Opper- en Neder-Moesia, Dacia, Syria en ten slotte gouverneur van Britannia.[7] In 192 was hij consul en prefect van Rome.

Keizerschap

Toen Commodus' gedrag in het begin van de jaren 190 steeds onvoorspelbaarder werd, gaat men ervan uit dat Pertinax betrokken was bij de samenzwering die op 31 december 192 uiteindelijk tot de moord op Commodus leidde.[4] Deze samenzwering werd uitgevoerd door de Praetoriaanse prefect Quintus Aemilius Laetus, Commodus' minnares Marcia en zijn kamerheer Eclectus.[11] Nadat de eigenlijke moord, vermoedelijk door de atleet Narcissus, in de avonduren van 31 december, was gepleegd, spoedde Pertinax, die op dat moment het ambt van Praefectus urbi (stadsprefect) bekleedde, zich in grote haast naar de barakken van de Praetoriaanse garde. Diezelfde avond nog werd bekendgemaakt dat Pertinax tot keizer was benoemd.

Zijn korte regeerperiode van bijna drie maanden (86 dagen) was een zeer ongemakkelijke. Hij probeerde de terughoudende manier van doen van Marcus Aurelius opnieuw in te voeren. Het corrupte regime van Commodus kon echter niet zo snel ongedaan worden gemaakt. De zeden waren in de twaalf jaar sinds de dood van Marcus Aurelius aanzienlijk verruwd. Pertinax werd vanuit vele kanten met tegenwerking geconfronteerd.[12]

Reeds binnen enkele dagen, op 3 januari, probeerden sommigen een coup te plegen.

Antieke schrijvers vertellen in detail hoe de Praetoriaanse garde een royaal donativum ter ere van zijn troonsbestijging verwachtte. Toen zij in het betaalde bedrag teleurgesteld waren, lieten zij hun ongenoegen op hun dusdanige wijze merken dat Pertinax zich gedwongen voelde om hun meer geld te bieden. Om hieraan te komen ging hij over tot de openbare verkoop van de waardevolle eigendommen van Commodus.[13] Ook de concubines en schandknapen, die Commodus er voor zijn seksuele genoegens op na hield, werden verkocht.[14]

Pertinax was intussen met de beste bedoelingen aan het werk gegaan om de corruptie uit te bannen. Hij deed een poging om de Alimenta te hervormen. Pertinax revalueerde de Romeinse munt dramatisch. De mate van zuiverheid van de denarius steeg van 74% tot 87% - terwijl het absolute zilvergewicht van een denarius van 2,22 gram tot 2,75 gram steeg.[15]

Een tweede mislukte coup volgde begin maart. Een van de mislukte coupplegers, consul Sosius Flaco, werd gearresteerd. Pertinax pleitte echter voor zijn leven uit respect voor het senatorschap.

Het grootste gevaar kwam echter van de Praetoriaanse garde, die nog steeds ontevreden was over de manier waarop de troonopvolging had plaatsgevonden. Op 28 maart 193 was Pertinax in zijn paleis bezig toen, volgens de Historia Augusta, een contingent van ongeveer driehonderd soldaten van de Praetoriaanse Garde de poorten forceerde.[16] Antieke bronnen suggereren dat zij slechts de helft van het aan hun beloofde donativum hadden ontvangen.[17] Noch de paleiswacht, noch de ambtenaren van de keizerlijke huishouding kozen ervoor om hen te weerstaan. Pertinax stuurde Laetus om hen te ontmoeten, maar Laetus koos de kant van de opstandige leden van de Praetoriaanse garde en keerde zich van de keizer af.[18]

Hoewel hij geadviseerd werd te vluchten, probeerde de 66-jarige keizer toch met hen in gesprek te komen. Deze tactiek was bijna succesvol. Een van de soldaten viel hem echter plotseling met zijn zwaard aan.[19] Dat werd hem fataal. Pertinax moet zich van het gevaar bewust zijn geweest toen hij het purper aanvaardde, aangezien hij tot dan toe had geweigerd had om zowel zijn vrouw als zijn zoon keizerlijke titels toe te kennen.[11] Op die wijze beschermde hij hen in geval dat hij vermoord zou worden.

Nasleep: burgeroorlog en vergoddelijking

De praetoriaanse bewakers probeerden nu een zo hoog mogelijke prijs (donativum) van de nieuwe keizer los te krijgen. Daartoe speelden zij twee kandidaten tegen elkaar uit. De invloedrijke senator Didius Julianus bood het meest en werd de nieuwe keizer.[4] Waarschijnlijk heeft Julianus zijn ambitie betreurd. Zijn troonsbestijging lokte in het voorjaar van 193 een korte burgeroorlog uit die gewonnen werd door Septimius Severus, de gouverneur van de provincie Opper-Pannonia.[20] Didius Julianus werd op 2 juni 193 onthoofd. Het zou echter nog tot 197 duren voordat Severus met de laatste van de twee andere aspirantkeizers, Clodius Albinus had afgerekend. In 194 was Severus er al wel in geslaagd om Pescennius Niger uit te schakelen.

Na zijn intrede in Rome erkende Septimius Pertinax als een legitieme keizer. Hij liet de soldaten die hem hadden vermoord executeren. Hij gebood de Senaat om Pertinax te vergoddelijken en hem een staatsbegrafenis te geven.[21]. Ook nam hij de naam, Pertinax op als onderdeel van zijn eigen naam.[22] Nog enige tijd na zijn dood werden er te zijner gedachtenis op Pertinax' verjaardag en op de dag dat hij tot keizer werd verheven spelen georganiseerd.[23]

Latere culturele invloed

In zijn boek, De vorst bekritiseerde Machiavelli de stijl waarmee Pertinax leiding gaf. Weliswaar leek Machiavelli de hebzucht en losbandigheid van de Praetorianen af te keuren, hij schreef tevens dat het vriendelijke en beleefde gedrag van de keizer voor iemand in diens functie onverstandig was. De Praetoriaanse garde had hier alleen maar haat en minachting voor.[24]

In Romanitas, een fictieve alternatieve geschiedenis roman van Sophia McDougall is het bewind van Pertinax het moment van divergentie, het moment waarop de fictieve geschiedenis afwijkt van de werkelijke geschiedenis. In de geschiedenis zoals beschreven in de roman wordt het complot tegen Pertinax gedwarsboomd. Pertinax wordt niet vermoord, maar introduceert vervolgens een reeks van hervormingen, die het Romeinse Rijk in zodanige mate consolideert, dat het in de 21e eeuw nog steeds een belangrijke macht zou zijn.

Voetnoten

  1. Zijn carrière voordat hij keizer werd wordt beschreven in de (niet al te betrouwbare) Historia Augusta. Dit verhaal wordt echter op veel plaatsen door bestaande inscripties bevestigd.
  2. Cassius Dio, LXIV 3.
  3. Historia Augusta, Pertinax 1.1.
  4. A. Canduci, Triumph and Tragedy: The Rise and Fall of Rome's Immortal Emperors, St Leonards, 2010, p. 50.
  5. Historia Augusta, Pertinax 1.6.
  6. Historia Augusta, Pertinax 2.1.
  7. A. Birley, The Roman government of Britain, Oxford, 2005, p. 173.
  8. Historia Augusta, Pertinax 2.4.
  9. Cass. Dio, LXXIV 3.
  10. M.L. Meckler, art. Pertinax (192-193 A.D.), in DIR (1997).
  11. A. Bowman - A. Cameron - P. Garnsey (edd.), The Cambridge Ancient History. XII. The Crisis of Empire. AD 193–337, 2005², p. 1.
  12. E. Gibbon, The History of the Decline and Fall of the Roman Empire, hfdst. 4.
  13. A. Bowman - A. Cameron - P. Garnsey (edd.), The Cambridge Ancient History. XII. The Crisis of Empire. AD 193–337, 2005², p. 2.
  14. Cass. Dio, LXXIV 5, Historia Augusta, Pertinax 7.8.
  15. Tulane University, "Roman Currency of the Principate"
  16. Historia Augusta, Pertinax 11.1; volgens Cassius Dio waren het er tweehonderd (Cass. Dio, LXXIV 9).
  17. Cass. Dio, LXXIV 8.
  18. Historia Augusta, Pertinax 11.7.
  19. Cass. Dio, LXXIV 10.
  20. Cass. Dio, LXXIV 17.4.
  21. Historia Augusta, Pertinax 15.1.
  22. Historia Augusta, Pertinax 15.2.
  23. Historia Augusta, Pertinax 15.5.
  24. N. Machiavelli, Il Principe, hfdst. XIX.

Antieke bronnen

Referenties

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Pertinax op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.