Verklaring van erfrecht

Een verklaring van erfrecht is een notariële akte waarin een notaris feiten vermeldt naar aanleiding van het overlijden van iemand. Uit een verklaring van erfrecht kan blijken wie de erfgenamen zijn in een nalatenschap, of zij de nalatenschap aanvaard hebben en wie gerechtigd is over de goederen die tot de nalatenschap behoren te beschikken. De verklaring van erfrecht is geregeld in artikel 188 van Boek 4 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.

Andere feiten die kunnen worden vermeld in een verklaring van erfrecht:

  • dat al dan niet de echtgenoot van de erflater een vruchtgebruik van goederen van de nalatenschap toekomt;
  • dat de nalatenschap is verdeeld volgens de regels van de wettelijke verdeling;
  • dat al dan niet het beheer van de nalatenschap aan executeurs, bewindvoerders of vereffenaars is opgedragen;
  • dat er een of meer personen executeur, bewindvoerder of vereffenaar zijn.

Werkzaamheden van de notaris

Onderzoek

Alleen een notaris kan een verklaring van erfrecht opmaken. Voor het maken van een verklaring van erfrecht onderzoekt de notaris wie de erfgenamen zijn. Hij raadpleegt onder meer:

  • de akte van overlijden;
  • het Centraal Testamentenregister om te controleren of de overledene een testament heeft gemaakt. De notaris vraagt het testament zo nodig op;
  • de registers van de Burgerlijke Stand om te controleren of de overledene een echtgenote en/of kinderen achterlaat;
  • het huwelijksgoederenregister om te controleren indien de overledene gehuwd was, of er huwelijkse voorwaarden zijn opgemaakt. De inhoud van de huwelijkse voorwaarden kan namelijk van invloed zijn op de grootte van de nalatenschap.

Daarnaast zal de notaris in beginsel de gemeente waar de persoon is overleden aanschrijven met het verzoek een erfgenamenonderzoek te doen.[1]De gemeente doet dit aan de hand van gegevens die zijn opgenomen in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA).[2] De gemeente kan leges in rekening brengen. Deze bedragen bijvoorbeeld voor de gemeente Zwolle in 2013 per 15 minuten € 12,50.[3]

Als het onderzoek van de notaris is afgerond en bekend is wie de erfgenamen zijn, moet de notaris de erfgenamen informeren over het feit dat zij erfgenaam zijn en over de keuzemogelijkheden ten aanzien van aanvaarden van de nalatenschap. Deze voorlichting is belangrijk omdat het aanvaarden van de nalatenschap ernstige gevolgen kan hebben voor de erfgenamen als de schulden van de nalatenschap de bezittingen overtreffen.

Boedelvolmacht

Als er meer dan een erfgenaam is die de nalatenschap niet verworpen heeft, zijn die samen gerechtigd om over de goederen van de nalatenschap te beschikken. Dat kan tot praktische problemen leiden omdat voor elke handeling dan de medewerking van al deze erfgenamen nodig is. In de praktijk geven deze erfgenamen dan aan een van hen een volmacht zodat de door hen gemachtigde erfgenaam namens hen kan optreden. Ook is het mogelijk dat alle niet-verwerpende erfgenamen aan een ander, bijvoorbeeld een medewerker van de notaris volmacht geven om namens hen de nalatenschap af te wikkelen. Omdat de notaris voor zowel de verklaring aanvaarding nalatenschap als de boedelvolmacht zekerheid wil hebben dat degene die in de verklaring/volmacht vermeld staat ook daadwerkelijk ondertekend heeft, zal de notaris vragen om legalisatie van de handtekening.

Na ontvangst van de verklaring(en) aanvaarding nalatenschap en eventuele boedelvolmachten kan de notaris de verklaring van erfrecht opmaken en afschriften aan de erfgenamen of de boedelgevolmachtigde zenden.

Het niet kiezen voor een volmacht betekent dat met alle erfgenamen gezamenlijk de nalatenschap moet worden afgewikkeld. [4]

Toepassing

Met een verklaring van erfrecht kunnen de erfgenamen zich als zodanig legitimeren bij instellingen als banken om de nalatenschap van de overledene af te wikkelen. Banken vragen vaak na overlijden van de rekeninghouder aan de erfgenamen om een verklaring van erfrecht over te leggen voordat de bank het saldo wil overmaken aan de erfgenamen omdat deze zekerheid wil hebben aan wie zij rechtsgeldig mogen uitbetalen. Banken hanteren een eigen beleid bij het vragen om een verklaring van erfrecht.

Toepassing bij de "wettelijke verdeling"

In het geval dat er een langstlevende echtgenoot is en er geen testament is, is de zogenaamde wettelijke verdeling van toepassing: bij overlijden verkrijgt de langstlevende van rechtswege alle goederen (dus ook de bankrekening) die tot de nalatenschap behoren. De langstlevende zou dan op het eerste gezicht kunnen volstaan door een verklaring van het Centraal Testamentenregister over te leggen waaruit blijkt dat er geen testament is gemaakt. Er kunnen echter omstandigheden zijn waarbij de wettelijke verdeling niet van toepassing is (zodat de langstlevende niet van rechtswege bevoegd is). Voorbeelden hiervan zijn: een echtscheiding vlak voor het overlijden, de nalatenschap is door de langstlevende verworpen of beneficiair aanvaard, de wettelijke verdeling is ongedaan gemaakt, erflater heeft voor 2003 bij codicil een executeur aangewezen, er is een testament in het buitenland opgemaakt of buitenlands recht is van toepassing. In dergelijke gevallen is 'de langstlevende' niet bevoegd over de nalatenschap te beschikken of deze te beheren. Als een of meerdere van deze omstandigheden spelen, dan zal zoiets niet duidelijk worden indien alleen een verklaring uit het Centraal Testamentenregister wordt aangevraagd.

Als de wettelijke verdeling van toepassing is, bestaat er een richtlijn van De Nederlandse Vereniging van Banken aangaande de noodzaak van het verkrijgen van een verklaring van erfrecht. Hierin wordt geregeld wanneer een bank geen verklaring van erfrecht nodig heeft. Als de overledene geen testament heeft opgesteld, een huwelijks- of een geregistreerd partner achterlaat en het totale saldo van alle bankrekeningen lager is dan € 100.000, dan kan de langstlevende partner na ondertekening van een formulier en onder overlegging van een aantal documenten, de beschikking krijgen over de bankrekening(en) van de overleden partner. De langstlevende partner moet dan onder andere een akte van overlijden overleggen en een verklaring uit het Centraal Testamentenregister. De langstlevende zal dan bij de bank ook moeten verklaren de wettelijke verdeling niet ongedaan te maken (kan tot 3 maanden na het overlijden), niet te verwerpen en derhalve krachtens het wettelijk erfrecht als enige gerechtigd te zijn.

Een voorbeeld: een echtpaar is in gemeenschap van goederen gehuwd en heeft samen een vermogen van €300.000,-. Het echtpaar heeft twee kinderen en geen testament gemaakt. Is er dan sprake van wettelijke verdeling? [5]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.