Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée

Het Verdelingsplan Van den Bergh en Warfusée was een poging om, aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog, de Zuidelijke Nederlanden volgens de taalgrenzen op te splitsen. Het plan werd in 1632 ontwikkeld door de graaf Hendrik van den Bergh en de graaf van Warfusée, René van Renesse van Elderen.

Verdelingsplannen van Frankrijk en de Republiek

Achtergrond

De Waalse edelen wilden zich slechts onder de Franse monarchie stellen; zij wilden niet onder de burgerlijke regering van het Noorden vallen. Een groep van de allerhoogste Waalse heren was onder leiding van de deken van Kamerijk, François Carondelet, met de Franse regering in geheim gesprek. In de Dietse gewesten, in Opper-Gelre, maar vooral in Brabant en Vlaanderen, waren de stadsregeringen van groter gewicht dan de adel. Zij wilden noch onder het Franse- noch het Spaanse regeersysteem vallen. Zij werden wel aangetrokken door de welvaart en de macht van de Republiek.

In april 1632 traden de katholieke graaf Hendrik van den Bergh en de graaf van Warfusée, René van Renesse van Elderen in contact met Frederik Hendrik van Oranje, raadpensionaris Adriaan Pauw en de Franse gezant in Den Haag. Ze stelden voor om de Zuidelijke Nederlanden te verdelen tussen de Republiek en Frankrijk, mits in de Zuidelijke Nederlanden het katholicisme geoorloofd bleef.

Er heerste onvrede over de overheersende Spaanse invloed in de Zuidelijke Nederlanden bij de adel in de Zuidelijke Nederlanden. Om deze adel aan te zetten om tegen het Spaanse gezag in verzet te komen riep Hendrik van den Bergh, vanuit Luik, openlijk op tot opstand. De ontevreden adel in het zuiden was echter niet bereid om met het noorden in zee te gaan. Zij stelden hun hoop meer in kardinaal Richelieu.

Eind mei 1632 vaardigden de Staten-Generaal een oproep aan de Zuidelijke gewesten uit om zich conform:

het loffelijk exempel van hunne voor-ouderen, te onttrekken van het bezwaarlijk ende ondraaglijk jok der Spanjaarden ende hunne adherenten, ende zich met deze Geunieerde Provinciën vrijwillig te voegen; presenterende hun daartoe de sterke ende hulpzame hand door assistentie van het leger, welk wij onder het wijs ende kloek, ook voorzichtig beleid van Zijn Excellentie den Heer Frederik Hendrik Prinse van Oranjen te velde hebben gebracht; belovende (aan de) meergemelde Provinciën heiliglijk ende onverbrekelijk mits (bij) dezen, dat wij hen met dezelvige steden ende leden van dien, alsook hare ingezetenen, zo geestelijke als wereldlijke, van wat staat, qualiteit ofte conditie zij zouden mogen zijn (die haar zullen voegen als voren) zullen conserveren ende mainteneren bij hare privilegiën, vrijheden ende rechten, alsook bij de publieke exercitie van de Roomse Katholieke Religie, willende ende desirerende met dezelvige te leven, handelen ende wandelen als goede vrienden, naburen ende bondgenoten.

Op 2 juni 1632 sneuvelde Ernst Casimir van Nassau-Dietz tijdens de Limburgse veldtocht van Frederik Hendrik bij Roermond. Venlo, Roermond en Sittard vielen uiteindelijk in handen van Frederik Hendrik. Op 22 augustus 1632 viel Maastricht in Staatse handen met het recht om katholiek te blijven. De "Stedenbedwinger" zag af van een veldtocht op Brussel. In 1633 mislukten de vredesbesprekingen met de Noordelijke Nederlanden die landvoogdes Isabella van Spanje had geïnitieerd.

Plan

Vereniging van de Nederlands-sprekende gewesten met de Republiek, met waarborging van privilegiën en godsdienst, en de Frans-sprekende gewesten met Frankrijk.

Gevolgen

  • De strijd in de Zuidelijke Nederlanden woedde voort, waarbij regelmatig rooftochten vanuit de Noordelijke Nederlanden gepleegd werden.
  • Isabella van Spanje moest het Spaans gezag terug brengen in de Zuidelijke Nederlanden.
  • Onvrede bij de adel in Zuidelijke Nederlanden bleef bestaan, wat resulteerde in het Verdelingsplan 'de grens der taele', waarbij van Noord-Nederlandse kant Adriaen Pauw en Johan de Knuyt betrokken waren.
  • In 1634 werd op dezelfde basis een geheim verdrag overeengekomen tussen de Republiek en Frankrijk dat het jaar daarop als het Traité de Partage werd vastgelegd. De afloop was niet naar verwachting en de machtige provincies van de Republiek, vooral Holland, die in de minderheid waren, keerden zich intussen geleidelijk tegen Frederik Hendrik.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.