Van Speijkklasse

De Van Speijkklasse was een serie fregatten van de Koninklijke Marine. De naamgever van de klasse werd genoemd naar Jan van Speijk, kanonneerbootcommandant tijdens de Belgische opstand van 1830.

Vlag
Van Speijkklasse
Vlag
356 Karel Satsuitubun in 2006, voormalige F814 Isaac Sweers
Geschiedenis
Kiellegging1963-1965
Tewaterlating1965-1967
In dienst gesteld1967-1968
Uit dienst gesteld1986-1990
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing2200 ton
Afmetingen113 x 12,5 m
BemanningOorspronkelijk: 256 koppen
Na verbouwing: 185 koppen
Techniek en uitrusting
MachinevermogenStoomturbines, 30.000 pk
Snelheid28,5 knopen
BewapeningOorspronkelijk:
2 kanons 114 mm
Sea Cat SAM
Limbo dieptebommortier
Wasp helikopter
Na verbouwing:
1 kanon 76 mm
Sea Cat SAM
Harpoon SSM
6 torpedobuizen
Lynx helikopter
Portaal    Marine

Schepen

Naamsein:Naam:In dienst van/ tot:Verkocht aan:Nieuwe naam:
F802Van Speijk1967-1986Indonesië352 Slamet Riyadi
F803Van Galen1967-1987Indonesië353 Yos Sudarso
F804Tjerk Hiddes1967-1986Indonesië351 Ahmad Yani
F805Van Nes1967-1988Indonesië354 Oswald Sihaan
F814Isaac Sweers1968-1990Indonesië356 Karel Satsuitubun
F815Evertsen1967-1989Indonesië355 Adbul Halim Perdanakasuma

Achtergrond

De fregatten van de Van Speijkklasse werden in de jaren zestig van de twintigste eeuw gebouwd naar het ontwerp van de Engelse Leanderklasse (Improved Type 12).

Aanvankelijk waren vier schepen gepland voor de vervanging van enkele oude fregatten en patrouilleschepen: de Johan Maurits van Nassau, de Van Speijk, de Willem van der Zaan en de Queen Wilhelmina. De ingebruikname was voorzien voor 1965. Doordat er wat extra ruimte op de begroting kwam zijn nog twee schepen meer besteld. De hoeveelheid tekenwerk viel achteraf tegen, waardoor het begin van de bouw werd uitgesteld en de bouw zelf ook uitliep. Ook nog door stijgende loonkosten liepen de werven tegen een financieel verlies aan, dat in 1968 door de marine gecompenseerd werd.

Inmiddels waren na de Nieuw-Guineaperiode ook al 3 oude S-klasse torpedobootjagers uit dienst gesteld en werden tijdens de bouw van de Van Speijkklasse ook de verouderde fregatten van de Van Amstelklasse uit dienst genomen, waardoor uiteindelijk 13 schepen vervangen werden.

Constructie

De fregatten van de Van Speijkklasse waren iets kleiner dan de Engelse halfzusterschepen. Ze hadden een bredere navigatiebrug, met een beter zicht naar achteren en dwarsscheeps en waren gemakkelijk te herkennen aan de Nederlandse radars.

Boordcomputer

Voor deze schepen werd een semiautomatisch geïntegreerd vuurleidingssysteem ontwikkeld. Het eerste SEWACO systeem van de marine werd voor deze schepen gebouwd. Het waren de eerste schepen met een (vuurleidings-) computer aan boord.

Bewapening

De fregatten van de Van Speijkklasse waren de eerste Nederlandse fregatten met helikopter en (Sea Cat) luchtdoelraketten aan boord.

De bewapening bestond verder uit 2 kanonnen van 114 mm (4,5 inch) in een dubbeltoren (Vickers Mk.6), 2 lanceerinrichtingen voor de Sea Cat luchtdoelraketten, een (Limbo) dieptebommortier en een (Westland Wasp) helikopter.

Midlife update

Zoals opgenomen in de Defensienota 1974, werden de schepen in de periode 1977-1983 ingrijpend gemoderniseerd (ook wel MLM midlife modernisation genoemd). De term MLM werd ook wel gebruikt als aanduiding als de klasse sindsdien. De kanonnen werden vervangen door een lichtere (76 mm/ 3 inch) met hogere vuursnelheid en toegevoegd werden Harpoon zeedoelraketten en zes lanceerbuizen voor anti-onderzeeboottorpedo's. Het dieptebommortier werd verwijderd en de vrijgekomen ruimte werd benut om helikopterdek en hangar te vergroten, zodat een Lynx-helikopter aan boord kon worden meegenomen. De bemanning werd tevens teruggebracht van 256 naar 185 koppen.

Verkopen

Tussen 1986 en 1990 werden alle schepen aan Indonesië verkocht. De schepen zijn nog steeds in dienst. De Indonesische marine is onlangs een moderniseringsprogramma voor de schepen gestart.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.