U 763 (Kriegsmarine)

De U-763 was een VIIC-klasse onderzeeboot van de Duitse Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog. De onderzeeër werd besteld in augustus 1940 en tewatergelaten op 16 januari 1943.

Invasie van Normandië

In de maand april 1944 gingen zes onderzeeboten verloren, zonder dat ze de geallieerden in de Atlantische Oceaan ernstige schade hadden kunnen bezorgen, en ook in mei vergingen twee U-boten.

Tegen eind mei waren de activiteiten in veraf gelegen wateren ook tot stilstand gekomen. Slechts twee U-boten waren actief in de Amerikaanse kustwateren en bij de westkust van Afrika waren er ook nog maar twee in actie. In negen maanden waren in totaal slechts zesentwintig geallieerde schepen gekelderd, ten koste van twaalf onderzeeërs. Het ene cijfer noch het andere was beslissend voor het verloop van de oorlog.

De geallieerden moesten zuinig zijn met hun schepen, want die hadden ze nodig om wapens, munitie en voorraden naar Europa te vervoeren. Voor de Duitsers echter was de U-botenoorlog een offensieve oorlog, en alleen als het aantal schepen dat voorraden vervoerde langs de konvooiwegen voortdurend verminderde, kon - van hun kant bezien - van succes gesproken worden. Als de strijd tot stilstand kwam, betekende dit winst voor de geallieerden.

De invasie van Normandië

6 juni 1944 - Kort nadat het U-bootwapen de eerste berichten ontvangen had over het uitstomen van de invasievloot, dat was om 01.00 u. in de morgen, werden de U-boten naar hun diverse anti-invasieposities gezonden. Eenentwintig onderzeeboten, waarvan vijf met snuiver waren uitgerust, lagen in Bergen in Noorwegen, negen met een snuiver uitgeruste boten uit Brest en La Pallice gingen naar Het Kanaal tussen Wight en Cherbourg. Zeven boten uit Brest, die geen snuiver hadden, kregen bevel bevoorradingskonvooien op te zoeken tussen The Lizard en Start Point, aan de Britse zuidkust. Negentien andere boten uit Franse havens kregen bevel een patrouillelijn te vormen in de Golf van Biskaje om daar eventuele landingen van de geallieerden te verhinderen. Die nacht begonnen enkele van de hevigste, verbitterde gevechten uit de U-bootcampagne, en vooral de boten in de Golf van Biskaje zaten er middenin. Ze schoten vier aanvallende vliegtuigen neer, en hoewel vijf boten met schade naar een basis moesten terugkeren, ging alleen de U-955 verloren op 7 juni.

6 juni - Een boot die bewonderenswaardige prestaties leverde tijdens de invasie was de U-763. De gezagvoerder, kapitein-luitenant-ter-Zee Ernst Cordes kreeg vijfhonderdvijftig dieptebommen te verduren, toen hij tijdens een aanval voor de kust van Selsey Bill door torpedojagers gelokaliseerd werd. dertig uren lang achtervolgden ze hem, en hij joeg heen en weer in de ondiepe Kanaalwateren, zo vaak mogelijk van koers veranderend, en diverse keren met de buik van de boot over de zeebodem schurend.

7 juni - Tegen de morgen had hij alle aanvallen overleefd en de torpedojagers waren weg, maar in de opwinding van de jacht was de navigatie op gegist bestek, om het zacht uit te drukken, onnauwkeurig geweest. Tegen de middag giste hij dat de boot zich ongeveer twintig mijl ten noorden van Cherbourg moest bevinden, maar geen van de aanwijzingen klopte met die gissing. De diepten waren verkeerd volgens de kaarten en het echolood en het radiobaken leverden de verkeerde positie op. Cordes nam aan dat hij door de stroom tussen de Kanaaleilanden terechtgekomen was, en daarom stoomde hij naar het noorden, nog steeds onder water varend.

7 juni - Die avond werd de U-970 door een Sunderland-watervliegtuig vernietigd, en de U-629 en de U-373 werden binnen de kortste tijd door één en dezelfde B-24 Liberator voor altijd naar de zeebodem verwezen. In die eerste dagen werd de waarde van de snuiver, al was het alleen als verdedigingsmiddel, ruimschoots aangetoond.

8 juni - Om 04.00 u. in de morgen liep de U-763 van commandant Cordes weer aan de grond. Intussen had hij tijd gehad om na te denken en het begon langzamerhand tot hem door te dringen dat hij mijlenver van de Kanaaleilanden verwijderd was. In werkelijkheid was hij, begreep hij toen, bij Spithead aan de grond gelopen, de rede van het Britse eiland Wight. In die wateren wemelde het van allerlei schepen, zoals landingsvaartuigen, hospitaalschepen van de invasie, en boten die het verkeer onderhielden tussen de havens aan die drukke kust. Twaalf uur lang lag de U-boot doodstil op de Kanaalzeebodem. Toen het getij gunstig was liet Cordes hem een beetje stijgen en voer heel langzaam weg uit de ondiepe wateren. Na verloop van tijd bereikten Cordes en zijn bemanning heelhuids Brest.

9 juni - De U-740 werd aan de lange verlieslijst toegevoegd. Hij verging met man en muis.

10 juni - De volgende dag werd de U-821 voorgoed naar de zeebodem verwezen. Alle vaarten van onderzeeërs, die niet met een snuiver waren uitgerust, werden afgelast. De U-boten zonder snuiver die nog op zee waren werden teruggeroepen.

15 juni - De snuiverboten uit Bergen bereikten eindelijk het Kanaal. De U-767 boekte het eerste succes door een fregat tot zinken te brengen nabij Land's End, en de U-764 bracht nog een fregat naar de kelder, maar werd zelf bij een tegenaanval beschadigd.

18 juni - De eerst fortuinlijke U-767 werd aangevallen door drie torpedobootjagers en verging. Nadat de U-621 een landingsvaartuig dicht bij het landingsgebied tot zinken gebracht had, kwam de anti-invasieactiviteit van de U-boten vrijwel tot stilstand. De U-boten die uit Noorwegen kwamen kregen het hard te verduren van Canadese, Britse en Noorse patrouilles. In de ondieptes van Het Kanaal konden de onderzeeboten niet diep genoeg wegduiken om de aanvallende escortes goed te ontwijken, en raakten dikwijls in hachelijke situaties. Tussen 11 en 24 juni werden vier onderzeeërs vernietigd.

De laatste twee weken van juni 1944

Er stoomden nog twaalf andere U-boten van bases aan de Golf van Biskaje en de Atlantische Oceaan naar het invasiegebied aan Het Kanaal, maar slechts drie ervan arriveerden daar. De U-988 was de enige die kans zag de bevoorrading enige schade toe te brengen. Voor de kust van Selsey Bill torpedeerde hij kort na elkaar vier schepen; drie ervan gingen verloren, het vierde schip werd naar een haven gesleept.

Februari 1944

4 februari 1944 - De U-boot schoot twee B-24 Liberator-vliegtuigen van het squadron 53/F neer. Beide vliegtuigen explodeerden in de lucht en stortten brandend in zee.

5 februari - De volgende dag was het weer raak. Een Britse Halifax (Squadron 502/R) werd door de U-boot neergehaald.

Het einde van de U-763

De U-763 werd tot zinken gebracht door zijn commandant Karl-Heinz Schröter zelf op 29 januari 1945 in Köningsberg, op de Schichau-scheepswerf in positie 54°42' N. en 20°32' O. nadat ze werd getroffen door Sovjetbommen. Gedurende de hele periode van activiteit van deze onderzeeër vielen er geen slachtoffers aan boord.

Commandanten

  • 13 maart 1943 - 31 oktober 1944: kapitein-luitenant Ernst Cordes (1913-1945)
  • augustus 1944 - Oktober 1944: (aanvankelijk als ondercommandant) luitenant Kurt Braun (1923-1945)
  • 1 november 1944 - 24 januari 1945: eerste luitenant Karl-Heinz Schröter (geboren 1921)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.