Tweede Kamerverkiezingen 1853

De Tweede Kamerverkiezingen 1853 werden gehouden nadat de Tweede Kamer was ontbonden in verband met de regeringscrisis na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Het leidde tot een grote nederlaag van de liberalen en een overwinning van de conservatieven.

Bij de grondwetsherziening van 1848 werd in het kader van de scheiding van kerk en staat aan de Rooms-Katholieke Kerk toegestaan om zelf de kerkelijke indeling binnen Nederland vast te stellen. In 1853 werd dit recht toegepast, en paus Pius IX verdeelde Nederland in 5 bisdommen, waaronder een aartsbisdom in Utrecht. Onder de Nederlandse protestanten bestond veel afkeer tegen deze actie, wat culmineerde in de Aprilbeweging. De indiening van de klachten door de Aprilbeweging bij koning Willem III leidde tot een crisis tussen de koning en het kabinet-Thorbecke I, dat vond dat de koning de Aprilbeweging te positief en dus onvoldoende neutraal beantwoordde. Hierop trad het kabinet af en werd de Tweede Kamer ontbonden. Op 17 mei werden verkiezingen gehouden.

Vanwege de ontbinding van de Tweede Kamer moest een nieuwe Tweede Kamer gekozen worden. Volgens de toentertijd geldende kieswet was dat een uitzonderingssituatie: normaal werd elke 2 jaar de helft van de Kamer verkozen, en dus niet de Kamer als geheel. Ook was er door de voorafgaande crisis een duidelijke politieke vraag verbonden aan de verkiezingen, waar bij andere verkiezingen in de jaren 50 en de eerste helft van de jaren 60 de kiezers geacht werden de kandidaten niet naar politieke kleur maar naar competentie te beoordelen.

De uitslag van de verkiezingen waren een grote nederlaag voor Thorbecke en de liberalen. Alleen de provincie Groningen en Twente bleven als liberale bolwerken overeind, en van de 68 zetels wonnen zij er slechts 11, terwijl er 13 naar de katholieke kandidaten gingen. De overige 44 zetels kwamen terecht bij conservatieven en conservatief-liberalen die zich achter de Aprilbeweging hadden gesteld. Het conservatieve kabinet-Van Hall-Donker Curtius kreeg dus ruime steun in de Tweede Kamer. Desondanks werd het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie niet teruggedraaid; wel werd de Rooms-Katholieke Kerk in zijn bewegingsvrijheid beperkt door de invoering van de Wet op de kerkgenootschappen.

stroming18501853verschil
liberalen2111-10
Thorbeckianen2012-8
conservatieven82618
conservatief-liberalen74-3
conservatief-katholieken53-2
antirevolutionairen374
gematigd liberalen32-1
conservatief-protestanten132
totaal6868
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.