Tumornecrosefactor
Tumornecrosefactoren (TNF, niet te verwarren met transforming growth factor (TGF)) vormen een subgroep van de cytokines die celdood (apoptosis) of celoverleving kunnen veroorzaken.
Geschiedenis
Aan het eind van de 19e eeuw beschreef William Coley, een chirurg uit New York, de genezing van tumoren als gevolg van een bacteriële infectie. In 1975 werd het eiwit dat hiervoor verantwoordelijk was geïdentificeerd en tumornecrosefactor alfa (TNF-α) genoemd.
Werkingsmechanisme
TNF werkt via de TNF-receptor (TNF-R) en maakt onderdeel uit van een cascade die leidt tot het induceren van apoptose. De receptor is verbonden met procaspases door adapterproteïnes die inactieve procaspases kunnen klieven en daarmee de caspasecascade in gang zetten waardoor de cel in apoptose gaat.
TNF werkt in op tumorcellen om daar te zorgen voor celdood.
TNF werkt in op receptoren op endotheelcellen van de vaatwand, wat leidt tot een verhoogde permeabiliteit waardoor witte bloedcellen via uittreding toegang krijgen tot de plaats van de infectie.
TNF wekt bij binding aan macrofagen gentranscriptie op.
Types
- Tumornecrosefactor-alfa (TNF-α) is het bekendste lid van deze familie, soms wordt alleen naar TNF-α verwezen als er 'TNF' wordt genoemd
- Tumornecrosefactor-bèta (TNF-β) is een cytokine dat wordt geïnduceerd door interleukine 10