Tijgerslang
De tijgerslang[1] (Telescopus semiannulatus) is een slang uit de familie gladde slangen (Colubridae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Andrew Smith in 1849. Later werd de wetenschappelijke naam Tarbophis semiannulatus gebruikt.[2]
Tijgerslang | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tijgerslang (Telescopus semiannulatus) | ||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||
Telescopus semiannulatus Smith, 1849 | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||||||||
Tijgerslang op | ||||||||||||||||||
|
Uiterlijke kenmerken
De huidkleur varieert van geelbruin tot oranje of oudroze, met zwarte rugvlekken die doorlopen op de flanken. Het lichaam is dun met gladde schubben. De tijgerslang wordt ongeveer 100 tot 120 cm lang.
Leefwijze
Deze nachtactieve, terrestrische slang is vrij traag en leeft doorgaans op de grond. Soms klimt het dier in struiken, dode bomen en op rieten daken.
Verspreiding en leefgebied
Deze soort komt voor in zuidelijk Afrika.
Ondersoorten
Er zijn twee verschillende ondersoorten, die verschillen in uiterlijk en het verspreidingsgebied.
- Ondersoort Telescopus semiannulatus polystictus
- Ondersoort Telescopus semiannulatus semiannulatus
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
Referenties
Bronnen
|