Théo Dejace

Théodore (Theo) Joseph Dejace (Luik, 7 maart 1906 - aldaar, 11 februari 1989) was een Belgisch journalist, syndicalist en politicus voor de PCB. Tevens was hij Waals militant.

Théo Dejace
NaamThéodore Joseph Dejace
GeborenLuik, 7 maart 1906
OverledenLuik, 11 februari 1989
Kieskring Luik
Regio Wallonië
Land België
FunctiePoliticus
Journalist
PartijPCB
VakbondFGTB
Mandaten
1945 - 1949Nationaal secretaris FGTB
1946 - 1965Volksvertegenwoordiger
1965 - 1968Senator
Portaal    Economie

Levensloop

Hij werd jong wees, nadat zijn vader gefusilleerd was door de Duitse bezetter in augustus 1914. Na enkele jaren gewerkt te hebben als bankbediende en politieagent, werd hij turnleraar. Hij lanceerde zich in het socialistisch onderwijssyndicalisme. Onder de beschuldiging dat hij een agent was van de Communistische Internationale werd hij na een paar jaar uitgesloten.

Vanaf 1940 publiceerde hij zijn eigen clandestiene krant Liberté. Dankzij zijn persactiviteiten, vooral belangrijk na de staking der 100.000 in mei 1941, kon hij vakbonden helpen oprichten die na 1945 werden gegroepeerd tot wat het FGTB werd, en waar hij van 1945 tot 1948 nationaal secretaris[1] was names het voormalige BVES. Hij nam ook contact met Wallonie Libre om de weerstand te verenigen.

Dejace werd communistisch volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Luik van 1946 tot 1965 en vervolgens senator (1965-1968).

Hij was een zeer actief journalist en lag aan de basis van de Chroniques du Front de l'indépendance die vanaf 1972 gepubliceerd werden en de geschiedenis wilde vastleggen van het Onafhankelijkheidsfront.

Hij nam deel aan de Waalse Nationale Congressen. Hij verzette zich echter in 1949 tegen een koppeling van Waals en Europees federalisme, wegens zijn onvoorwaardelijk pro-sovjetisme. In 1953 namen alle communisten in blok ontslag uit het Waals Nationaal Congres en ermee gelieerde verenigingen.

Na de algemene staking van 1960-1961 werd hij lid van het Mouvement populaire wallon en vertegenwoordigde de communisten in het Uitvoerend College van Wallonië. Samen met andere communistische volksvertegenwoordigers legde hij in 1964 een wetsvoorstel neer om een onderzoekscommissie in te stellen over de 'kwestie Voeren'. Hij nam ook actief deel aan het Waals Petitionnement en steunde van bij de oprichting de permanente delegatie van Waalse bewegingen, als vertegenwoordiger van de PCB.

Dejace bleef een volbloed sovjetaanhanger, hetgeen hem zelfs de inval in Tsjechoslowakije van 1968 deed goedkeuren.

Zijn archief wordt bewaard op het Institut d'Histoire Ouvrière, Economique et Sociale (IHOES).[2]

Literatuur

  • Encyclopédie du Mouvement wallon, tome II.
  • Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.