Tekenaap
Een pantograaf (tekenaap of pentograaf, oude benamingen) is hulpmiddel bij het maken van tekeningen. Het is een verstelbaar parallellogram van hout, metaal of plastic.
Een pantograaf wordt gebruikt om afbeeldingen, tekeningen en patronen vergroot of verkleind over te nemen.
Werking
Men volgt de omtrekken van de na te tekenen afbeelding met een stift. Het aan het andere uiteinde van de pantograaf bevestigde potlood tekent de figuur vergroot of verkleind na. Dit klinkt simpel, maar vergt toch de nodige oefening om tot een goed resultaat te komen.
Veel graveermachines werken volgens hetzelfde principe. Met de stift wordt de mal gevolgd en in plaats van het potlood is een graveerfreesje gemonteerd.
Geschiedenis
De pantograaf werd in 1603 door Christoph Scheiner[1] uitgevonden. Maar hij schreef pas 27 jaar later over zijn uitvinding, in Pantographice (1631).[2]
In 1821 vond William Wallace (1768–1843), hoogleraar in de wiskunde in Edinburgh, de eidograaf uit, omdat hij niet tevreden was over de pantograaf bij praktisch gebruik.[3]
Bij de eidograaf is het vaste punt naar het middelpunt van het veel kleinere parallellogram verplaatst. Dit en het kleiner aantal draaipunten bieden mechanische voordelen.
Toepassingen
Vroeger werd een pantograaf vaak ingezet om een kaart of model op een andere schaal te vergroten of verkleinen. Met de huidige computertechnieken wordt een pantograaf eigenlijk niet meer gebruikt, en is het voornamelijk een leuk speeltje voor kinderen om te tekenen. Ook de kopieerfrees is een vergelijkbaar apparaat, dat wordt gebruikt om (3D) modellen na te maken. Een bekend voorbeeld hiervan is een machine om klompen te maken.
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties
|