Tantilla planiceps

Tantilla planiceps is een slang uit de familie gladde slangen (Colubridae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Henri Marie Ducrotay de Blainville in 1835. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Coluber planiceps gebruikt.[2] Er is nog geen Nederlandse naam voor deze soort.

Tantilla planiceps
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2007)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Colubridae (Gladde slangen)
Onderfamilie:Colubrinae
Geslacht:Tantilla
Soort
Tantilla planiceps
(Blainville, 1835)
Tantilla planiceps op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De slang blijft klein en wordt ongeveer 10 tot 40 centimeter lang. Het lichaam is bruin van kleur aan de bovenzijde, de buikzijde heeft een afstekende rode kleur. De kop is donkerbruin tot zwart en steekt af tegen de rest van het lichaam door een witte band in de nek.

Verspreiding en habitat

De habitat bestaat uit graslanden, bossen en woestijnen met objecten of planten om onder te schuilen. Deze soort leidt een verscholen bestaan en is meestal te vinden onder stenen en andere objecten. De slang graaft veel en kan zich snel ingraven. Tantilla planiceps komt voor in Noord-Amerika, in de Verenigde Staten in de staat Californië en in Mexico in de staat Baja California. De slang wordt gevonden tot een hoogte van meer dan 1200 meter boven zeeniveau.

Algemeen

Tantilla planiceps eet vanwege zijn geringe lengte kleine ongewervelden, zoals insecten en duizendpotigen. De slang is giftig voor prooidieren maar het gif is ongevaarlijk voor de mens. De slang is eierleggend maar over de voortplanting en de levenswijze is niet veel bekend.

Bronvermelding

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.