Taalreconstructie

Met taalreconstructie wordt binnen de historische taalkunde het reconstrueren van een bepaalde taal of taalvariëteit die niet meer als een levende taal wordt gesproken - en waarover dus niet alles of zelfs helemaal niets bekend is - bedoeld.

Achtergrond

Het gaat in dit verband veelal om zogeheten prototalen die op basis van allerlei specifieke kenmerken van een of meer van hun dochtertalen worden gereconstrueerd. Het Proto-Indo-Europees - de veronderstelde prototaal van alle Indo-Europese talen - is een voorbeeld van een taal die op deze manier gedeeltelijk is gereconstrueerd. Een andere vorm van taalreconstructie is interne reconstructie. Hierbij worden de eerdere vormen (stadia) van een en dezelfde taal gereconstrueerd aan de hand van de huidige vorm van deze taal.

Vergelijkende methode

De vergelijkende methode speelt vooral in dit verband een zeer belangrijke rol.

Taalverwantschap

In gevallen van verderreikende taalreconstructies die tot doel hebben dieper gelegen taalverwantschappen dan de reeds bekende taalfamilies - zoals het hypothetische Nostratisch en op een nog hoger niveau het Proto-World - te onthullen, worden veel meer verschillende talen met elkaar vergeleken, waardoor de uiteindelijke reconstructie van de veronderstelde prototaal veel speculatiever van aard is.

Betrouwbaarheid

Over het algemeen wordt aangenomen dat taalreconstructie geen betrouwbare resultaten meer oplevert wanneer men meer dan 10.000 jaar terug in de tijd probeert te gaan[1]. Om die reden is bijv. het idee van monogenese niet wetenschappelijk te bewijzen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.