Siepel
Siepel is het Nedersaksische en West-Friese woord voor ui. In het Fries komt het woord, als sipel, ook voor.
kerk van Noordwolde met siepel
De uivormige torenspitsen van bijvoorbeeld Dwingeloo, Noordwolde en Deinum worden in de volksmond dan ook "De Si(e)pel" genoemd.
Etymologie
Het woord stamt, evenals het Duitse Zwiebel, af van het Latijnse cepula, het verkleinwoord van cepa (ui).[1] Het komt daardoor terug in Romaanse talen als Italiaans, Spaans en Portugees, maar ook in de West-Slavische talen (Pools, Tsjechisch, Slowaaks, Sloveens) en het Lets.
Bronnen, noten en/of referenties |
This article is issued from
Wikipedia.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.