Schaduwmier
De schaduwmier (Lasius umbratus) is een mierensoort uit de onderfamilie van de schubmieren (Formicinae).[1][2] De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1846 door Nylander.
Schaduwmier | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||
Lasius umbratus (Nylander, 1846) | ||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | ||||||||||||||||
Schaduwmier op ![]() | ||||||||||||||||
|
Uiterlijk
De schaduwmier is lichtgeel tot bruingeel met dikke beharing. De werksters zijn rond de 3 à 4 mm groot. De koningin is 9 mm lang en heeft een bruinzwarte kleur. De mannelijke schaduwmieren zijn 3,5 tot 4,5 mm lang, ze zijn zwart en lang.
Indeling van het mierennest
In het mierennest is er een functionele koningin. De geslachtsdieren vliegen op warme dagen van eind juni tot eind september uit; de mannetjes en de koninginnen verlaten dan het nest. Alleen de sterkste mannetjes kunnen de koninginnen bijhouden en bevruchten hen boven in de lucht. De bevruchte koninginnen zullen landen en hun vleugels afbijten. Vervolgens zal ze een kolonie zoeken van Lasius niger, Lasius platythorax, Lasius brunneus en ook Lasius psammophilus. De bevruchte koningin zal een werkster doden, haar geur opnemen en binnentreden in het nest en de koningin doden, ze zal hierbij de kolonie overnemen en haar eigen werksters produceren.
Voorkomen
Deze soort is inheems in Europa, Noord-Azië, Marokko, Algerije en Turkije.[3] Verder bouwen schaduwmieren hun nesten in steden en rurale gebieden onder stenen.
Bronnen, noten en/of referenties
|