Sárika Góth
Sárika Góth (geboortenaam Charlotte Góth, ook wel Sari Goth, Wenen, 29 maart 1900 - Veere, 1 april 1992) was een Hongaars kunstschilder en tekenaar. Ook gebruikte zij de collagetechniek in haar werk. Zij wordt gerekend tot de Veerse Joffers.[1]
![](../I/m/Lezend_meisje_(Sari).jpg)
Biografie
Góth was een dochter van Maurice Moritz Góth en Ada Lowith, die beiden ook kunstschilder waren.[2] Góth bracht haar jeugd door in Boedapest en Parijs. Het gezin was voor een vakantie aan de Belgische kust toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak.[3] Het gezin vluchtte naar Zeeland en woonde eerst in Domburg en daarna in Veere.[3]
Góth kreeg lessen van Jo Koster[4] en had ook contact met Jan Toorop die haar aanraadde naar Domburg te gaan, waar meer kunstenaars werkten zoals Mondriaan en Jan Sluyters.[5] Góth schilderde rond 1915 al en had onder andere een zelfportret geschilderd als meisje dat haar haar kamt.[6]
Góth volgende tussen 1918 en 1920 een opleiding aan de kunstacademie in Den Haag, maar kreeg ook les van van Hans Hofmann (in 1922 in München).[7] In 1923 had zij les aan de School of Arts and Crafts in Londen[4] en in 1924 bij André Lhote (Parijs). Góth gaf op haar beurt lessen aan Roeloffina van Heteren-Vink.[2][8]
Tussen 1927 en 1950 woonde ze in Amsterdam, daarna afwisselend in Amsterdam en Veere. In Veere woonde zij aan de Markt, in het huis ‘de Goutsbloeme’.[5] Naast haar werk als kunstschilder handelde zij in antiek. Na haar overlijden werd haar collectie geveild. De opbrengst ging naar het Koningin Wilhelmina Fonds.
Werk
![](../I/m/Ruudvanderveldenkunst-portret_van_Sarika_door_Maurice_Goth.jpg)
Góth schilderde portretten, vooral kinderkopjes, stillevens in pasteltinten en vrij werk met vogels of paarden. Ook maakte zij collages, illustraties en monotypen.[8]
Zij illustreerde verschillende boeken van Anke Servaes, namelijk Kinderen, die over zijn (1937), Moeder Liesbeth (1938), Kinderzaal (1947). Ook illustreerde zij een geschenkboek van uitgeverij Bosch & Keuning, Kleuters die langs ons gaan, een bundel novellen, ca. 1940.
Góth was mede-oprichter[8] en lid van de Zeeuwse Kunstkring (vanaf 1955) en vanaf 1934 van Arti et Amicitiae in Amsterdam, waar zij in 1941 opzei.[4][8]
Exposities en onderscheidingen
Góth had haar eerste expositie in 1925, in het Stedelijk Museum Amsterdam.[9]
In 1992 wijdde het Zeeuws museum een expositie aan het werk van Góth en dat van haar ouders.[10]
Góth werd in 1980 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.[7][11]
Bibliografie
- Goth, Sari & Viola, Maria. Een beeld van haar werk in 15 reproducties, met een voorwoord door Maria Viola. Libellen-serie no. 49