Rotterdamsche Handelsvereeniging

De Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) werd in 1872 opgericht door Lodewijk Pincoffs om het eiland Feijenoord ten zuiden van Rotterdam te exploiteren door het bouwen van havens en andere voorzieningen; bij elkaar: de Handelsinrichtingen. De RHV kreeg in datzelfde jaar voor dit doel gronden in erfpacht van de gemeente Rotterdam. Ten behoeve van de noodzakelijke complementaire woningbouw kreeg de Handelsvereeniging van de gemeente tegen betaling grond in eigendom.

Poortgebouw, het oude hoofdkantoor van de RHV

De Binnenhaven en Entrepothaven, havens die zeer geschikt waren voor stukgoed, werden aangelegd. Het Entrepotgebouw bestemd voor douanevrije opslag werd gebouwd, en ook het Poortgebouw bestemd als hoofdkantoor van de RHV werd gebouwd. Door het Rijk werd ten behoeve van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen de Spoorweghaven aangelegd.

De groei van de overslag neemt meer tijd in dan verwacht daar de Nieuwe Waterweg jaren vertraging oploopt door dichtslibben.

In 1879 kwam aan het licht dat Pincoffs geld van de RHV had aangewend om zijn Afrikaansche Handelsvereeniging in leven te houden, wat mislukte, zodat de Afrikaansche Handelsvereeniging failliet ging. Pincoffs vluchtte naar Amerika, de RHV met enorme schulden achterlatend.

De havens van de RHV waren bij kaptiteins van schepen niet populair. Dat kwam:

  • a. door ontwikkelingen op scheepvaartgebied (groei afmetingen lijnschepen; lastig de havens in- en uitmanoeuvreren), en
  • b. het kadegeld dat door de RHV van de schepen voor het ligplaats nemen aan de kades geheven werd. Dit kwam in de rest van de Rotterdamse haven nog niet voor.

De kapiteins probeerde de havens van de RHV als het even kon dan ook te mijden.

Mede door het verlies dat zij door de handelwijze van Pincoffs hadden geleden zagen de aandeelhouders van de RHV een toekomstige rendabele exploitatie van de Handelsinrichtingen niet meer zitten. Daarom besloten zij de Handelsinrichtingen aan de gemeente te koop aan te bieden. De gemeente verkreeg hierdoor in 1882 voor ca. 4 miljoen gulden een havencomplex waarin door de RHV inmiddels ca. 13 miljoen gulden geïnvesteerd was. Na de aankoop van de Handelsinrichtingen werd door de gemeente ook in de andere Rotterdamse havens het kadegeld ingevoerd

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.