Rode spuwende cobra
De rode spuwende cobra[1] (Naja pallida) is een giftige slang uit de familie koraalslangachtigen (Elapidae).[2] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door George Albert Boulenger in 1896. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Naja nigricollis var. pallida gebruikt.
Rode spuwende cobra | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||||||
Rode spuwende cobra (Naja pallida) | ||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||
Naja pallida Boulenger, 1896 | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | ||||||||||||||||||
Rode spuwende cobra op ![]() | ||||||||||||||||||
|
Verspreiding en kenmerken
Deze soort komt voor in Noord- en Oost-Afrika. De huidskleur loopt uiteen van rood tot grijs, met een zwarte band rond de keel. Het dier heeft een smalle kop. De lichaamslengte bedraagt 70 tot 120 centimeter.
Levenswijze
De rode spuwende cobra is ’s nachts en in de vroege ochtend actief. Het legsel bestaat uit maximaal 15 eieren, die in een kuil of tussen rottende planten worden afgezet.
Als de cobra bedreigd wordt, spuit hij via kleine openingen in zijn giftanden gifdruppels naar zijn belager. Komt dit gif in de ogen terecht, dan kan dit blijvende oogschade en blindheid ten gevolge hebben. Deze druppels zijn echter niet dodelijk.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties
|