Ric's Artboat en Ric's Riverboat

Ric's Art Boat en Ric's River Boat zijn twee schepen in Brussel stad, afgemeerd in de haven van Brussel. Ze stellen artistieke activiteiten en evenementen in het daglicht en ondersteunen initiatieven voor sociale integratie en culturele projecten. De schepen liggen aangemeerd aan de Akenkaai tegenover Brussel-Thurn en Taxis.

Ric's Art Boat en Ric's River Boat
De opmaak van dit artikel is nog niet in overeenstemming met de conventies van Wikipedia. Mogelijk is ook de spelling of het taalgebruik niet in orde. Men wordt uitgenodigd deze pagina aan te passen.

Ric's Artboat / Ric's Riverboat
Portaal    Maritiem

De schepen

Ric's Riverboat is een schip dat bij Boele & Zn., Slikkerveer in 1900 werd gebouwd als stoomsleper Express voor Rijnschroefsleepboot Express NV (A. van Dort) in Rotterdam. Het heeft een lengte van 42 meter, een breedte van 7,50 meter en een tonnenmaat van 387 ton. In 1916 werd het schip verkocht aan de Nederlandsche Transport Maatschappij NV in Rotterdam en werd het Mimir genoemd. Na de oorlog nam de Koninklijke Marine in Amsterdam het in 1946 over van de Gezagstroepen, voor huisvesting van Mariniers als logementsschip Leeuw (HW 11), vernummerde het in 1955 naar (A 889). In 1948/1949 in gebruik geweest voor huisvesting van de Marine Vrouwenafdeling Marva. Van 1961-1975 in gebruik als Internaat Sociale Jeugdzorg (schipperskamp) in Dordrecht en werd het Hollands Glorie genoemd. Het verving daar het schip met dezelfde naam, het oude lichtschip Haaksgronden, dat er sinds 3 december 1941 in gebruik was. In 1978 werd het overhandigd aan de Vzw RIC , Recreatief Internationaal Cultuur Centrum, onder de naam Ric’s River Boat (BR 37714 B) en werd aangemeerd in het Beco Dok van de Haven van Brussel in het centrum van het Brussels Gewest.

  • Ric's Art Boat en de Duitse bezetting

Ric's Art Boat ( BR 37743 B )is een spits, gebouwd in Baasrode in 1936 die Selenium werd gedoopt. Het heeft een lengte van 38 meter en een tonnenmaat van 370 ton. Het ontsnapte aan inbeslagname door de nazi's, die zich de binnenvaartschepen toeëigenden voor de invasie van Engeland. Maar op den duur werd dit idee opgegeven, omdat de Engelsen systematisch brandstof bespoten op de oppervlakte van de zee, bij de nadering van de lichters, die door de Duitsers in beslag werden genomen, met als gevolg dat alles opbrandde.

Geschiedenis

Het Recreatief Internationaal Centrum (RIC) werd in 1973 gesticht door kunstenaar Erik Pevernagie in Brussel stad . Hij werd hierbij gesteund door vele collega's en studenten. De organisatie werd beïnvloed door de geest van de late jaren zestig: Universiteit van Parijs X-Nanterre, Universiteit van Californië - Berkeley, Herbert Marcuse, Vrije Universiteit van Berlijn, Rudi Dutschke. Zij steunden de "Free Speech Movement" en hadden contacten met zowel Franse studentenkringen in mei 1968 en de Duitse hervormers (Duitse studentenbeweging). Belangrijk was in deze samenhang de creatieve vrijetijdsbesteding. Pevernagie was van oordeel dat in het tijdsbudget dat de mens ter beschikking gesteld wordt, het recreatieve gedeelte een belangrijke plaats moest innemen. Naast het "métro-boulot-dodo"-tijdsmodel diende plaats gemaakt te worden voor een creatieve uitbouw van de vrijetijdsbesteding. In deze optiek werden twee drijvende socioculturele centra in het leven geroepen: Ric's Art Boat en Ric's River Boat.

Filmregisseur Atom Egoyan in Ric's Art Boat

De schepen werden een ontmoetingsplaats voor internationale kunstenaars, waaronder filmregisseurs (zoals Atom Egoyan, Claude Lelouch, Benoît Lamy, Jan Verheyen), beeldende kunstenaars (Nicolas Vial, illustrator van de Franse krant Le Monde), zangers (Axelle Red, The Kooks, Tom Barman, Karen Cheryl) en auteurs (Hugo Claus).

Bibliografie

  • Dictionnaire d’Histoire de Bruxelles, Proposon, Brussel, 2013, p. 664
  • Le Guide des connaisseurs, januari 1991, n° 144, p. 3
  • Neem nou Brussel, Hans De Bruijn en Gerrit Six, Arbeiderspers/A.W. Bruna, Utrecht, 1986
  • Déco Idées, april 2009, nr. 156
  • Being Urban,ISELP - CFC Editions, Pauline de La Boulaye & Adrien Grimmereau, p. 49

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.