Resolutie 347 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 347 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 24 april 1974. Dertien leden stemden voor de resolutie. China en Irak namen niet deel aan de stemming.

Resolutie 347
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum24 april 1974
Nr. vergadering1769
CodeS/RES/347
Stemming
voor
13
onth.
0
tegen
0
OnderwerpArabisch-Israëlisch conflict
BeslissingVeroordeling Israëlisch geweld tegen Libanon.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1974
Permanente leden
Niet-permanente leden
Libanon

Achtergrond

Na de Jom Kipoeroorlog eind 1973 werd een interventiemacht gestationeerd en gepoogd om duurzame vrede te brengen in het Midden-Oosten.

Inhoud

De Veiligheidsraad had het agenda-item vervat in overwogen. Er werd akte genomen van de brieven van Libanon en Israël. De verklaringen van de Libanese Minister van Buitenlandse Zaken en Israël werden gehoord. De Veiligheidsraad herinnerde aan zijn voorgaande resoluties en was ontstemd over het voortdurende geweld. Men was erg bezorgd dat deze daden de inspanningen voor een duurzame vrede in het Midden-Oosten op de helling zetten. Israël werd veroordeeld wegens zijn schending van de Libanese soevereiniteit en territoriale integriteit en nogmaals opgeroepen om Libanon niet meer te bedreigen.

Alle daden van geweld en in het bijzonder de dodelijke werden veroordeeld, en er werd op aangedrongen dat er geen verdere gewelddadigheden meer begaan zouden worden. Alle betrokkenen werden opgeroepen om hun VN-verplichtingen en de internationale wetten na te leven. Israël werd opgeroepen om de ontvoerde Libanezen onmiddellijk te laten gaan. Alle partijen werden opgeroepen om geen daden te stellen die de onderhandelingen over duurzame vrede in het Midden-Oosten konden ondermijnen.

Verwante resoluties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.