Pieter van Laer

Pieter Jacobsz. van Laer of van Laar (gedoopt Haarlem, 15 december 1599 – aldaar (?), vermoedelijk najaar 1642), aanvankelijk P.J. Boddink genoemd, was een Nederlands schilder behorend tot de Hollandse School.[1]

Pieter van Laer
Anoniem. Pieter van Laer. Gravure.
Persoonsgegevens
BijnaamDe Snuffelaar, Il Bamboccio
Geboren1599
Overledenca. 1642
GeboortelandNederland
Beroep(en)schilder
Oriënterende gegevens
Jaren actief1614-1642
Stijl(en)Barok
RKD-profiel
Portaal    Kunst & Cultuur

Van Laer was mogelijk een leerling van Esaias van de Velde (1587-1630). Na een studiereis door Frankrijk vertrok hij met zijn broer Roelant naar Italië, waar hij zich in 1625 in Rome vestigde. Hier maakte hij kennis met schilders als Claude Lorrain, Nicolas Poussin en Joachim von Sandrart. Ook sloot hij zich aan bij de Bentvueghels, een groep Nederlandstalige schilders in Rome, die de gewoonte had haar leden een passende bijnaam (de zogenaamde 'bentnaam') te geven. Van Laers bentnaam was 'Il Bamboccio (variaties: Bambotio, Bamboots) hetgeen 'lappenpop' of 'lelijke pop' betekent. Dit was volgens de vroege biograaf Joachim von Sandrart een verwijzing naar zijn vreemde lichaamsbouw: ongewoon lange benen, korte borst en bijna geen nek.[2]

Aanvankelijk deelde hij een woning in de Via Margutta in de Romeinse parochie van San Maria del Popolo met zijn landgenoten Cornelis Schut, Jacob de Bisschop en Alexander van Welinckhoven (1606-1629). Later deelde hij een woning met Stephano Cortes en Giovanni di Filippo del Campo, wiens leerling hij mogelijk was.[3][2]

Omstreeks 1639 keerde hij weer terug naar Nederland, waar hij tot 1642 voornamelijk in Haarlem actief was. In 1641 verscheen een tekening van hem in het Haarlems liedboek, maar daarna verdwijnt hij uit beeld. In het testament van zijn zus uit 1654 wordt vermeld dat hij op dat moment 12 jaar eerder overleden was.[1]

Werk

Net als bij andere italianisanten is de Italiaanse invloed duidelijk merkbaar in zijn landschappen. Van Laer vulde deze echter aan met genretaferelen – herders, boeren, marktkooplui, feesten, enz – met een typisch Nederland karakter. Dit bleek een gouden greep die veel navolging kreeg bij andere Nederlandse en Vlaamse italianisten in Rome, die, naar zijn bijnaam de Bamboccianti worden genoemd. Gerard de Lairesse, pleitebezorger van het classicisme vond het maar niks en wijt de 'teloorgang' van de schilderkunst in de 17e eeuw aan deze bambootsiades[4].

De flagellanten c. 1635
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Pieter van Laer op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.