Persoonlijkheidsrechten

Persoonlijkheidsrechten zijn rechten die betrekking hebben op de persoon en ook dikwijls fundamentele vrijheden uitmaken. Veelal zijn deze rechten ontstaan in de 18de-19e eeuw als afweerrechten tegenover de overheid. Voorbeelden:

Vele van deze rechten worden zowel door de (Belgische) grondwet gewaarborgd als door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bestraft inbreuken hierop en hanteert de volgende criteria:

  • Is de schending nodig in een democratische samenleving?
  • Is er een (materiële) wet die de schending regelt?
  • Is het doel dat wordt bereikt pertinent?
  • Is het een geoorloofd doel?
  • Zijn de maatregelen evenredig met het nagestreefde doel?

Wanneer aan deze cumulatieve voorwaarden niet is voldaan zal het EHRM de verdragstaat veroordelen.

Omdat in een kennismaatschappij ideeën zeer belangrijk zijn is in 19de-20e eeuw een nieuwe rechtstak uitgevonden: de intellectuele rechten. Deze rechten hebben betrekking op octrooien, patenten, auteursrechten, merkenrechten.

Binnen het terrein van de intellectuele rechten wordt de term 'persoonlijkheidsrechten' in Nederland gebruikt voor een bepaald onderdeel van de auteursrechten. In België wordt hiervoor meestal de term 'morele rechten' gebruikt.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.