Pauselijke Academie van Sint Thomas van Aquino

De Pauselijke Academie van Sint Thomas van Aquino (Italiaans: Pontificia Accademia di San Tommaso di Aquino), is een rooms-katholieke, bij de Pauselijke Raad voor de Cultuur – en via deze bij de Romeinse Curie – aangesloten academie die tot doel heeft in de geest van Thomas van Aquino de harmonie van geloof en rede, van theologie en wijsbegeerte te onderzoeken en te beschrijven. Van de academie gingen belangrijke impulsen ter stimulering van het neothomisme uit.

Maniëristisch front van de Casino di Pio IV

Geschiedenis en statuten

De Academie is onder de naam Romeinse Academie van Sint-Thomas van Aquino op 15 oktober 1879 door paus Leo XIII door middel van de brief Iampridem gesticht en feestelijk opgericht op 8 mei 1880.[1] De oprichting paste binnen het streven van Leo XIII om de theologie en filosofie van Thomas van Aquino tot grondslag van het katholieke denken te maken, zoals hij dit op 4 augustus 1879 verwoord had in de encycliek Aeterni patris.[2] De Academie is ruim vijftig jaar later door paus Pius XI (op 10 januari 1934) vernieuwd en van naam veranderd, en zij heette sindsdien Pauselijke Academie van Sint-Thomas van Aquino en de Katholieke godsdienst.

Ten slotte heeft paus Johannes Paulus II in een motu proprio van 28 januari 1999, getiteld Inter Munera Academiarum, de statuten en de naam van de Academie vernieuwd en daarmee haar doel en bestaan bevestigd en uitgelegd. Hij deed dit in de geest van de Encycliek Fides et Ratio. De naam van de Academie luidt sinds 1999: Pauselijke Academie van Sint Thomas van Aquino.De Academie heeft sinds 2017 haar zetel in de Palazzo della Cancelleria. Hiermee is men teruggekeerd naar de oorspronkelijke zetel die tussen 1999 en 2016 gelegen was in de Casina Pio IV, een Villa uit de late Renaissance, gelegen in de Vaticaanse tuinen. Het document Inter Munera Academiarum beschrijft de rol van Thomas van Aquino als volgt:

“Doctor Humanitatis” (Leraar van de Mensheid) is de naam die Wij geven aan Sint-Thomas van Aquino omdat hij altijd gereed stond de waarden van alle culturen te ontvangen. In de culturele omstandigheden van onze tijd lijkt het zeer gepast dit onderdeel van de thomistische leer dat handelt over de mensheid klaarder uit te drukken aangezien zijn stellingen omtrent de waardigheid van de menselijke persoon en het gebruik van zijn verstand, in volledige harmonie met het geloof, Sint-Thomas maken tot een leraar van onze tijd. De mensen, bijzonder in onze tijd, zijn begaan met de vraag: wat is de mens?[3]

De opdracht van de Academie wordt in hetzelfde document beschreven als volgt:

In de huidige culturele omstandigheden die Wij beschreven, leek het passend, ja noodzakelijk voor deze Academie dat Zij fungeert als een centraal en international forum voor een betere en nauwkeurigere studie van de leer van Sint-Thomas opdat op deze wijze het metafysisch realisme van de actus essendi die de gehele Wijsbegeerte en theologie van de Engelachtige Leraar doordringt, in dialoog zou kunnen treden met de vele richtingen van het huidige onderzoek en de huidige leer.

Het bestuur van de Academie is volgens de statuten van 1999 in handen van een president en een secretaris-prelaat, beiden gekozen door de Paus voor een periode van vijf jaar welke hernieuwbaar is, en van een consilium academiae van zes leden, naast de president en de secretaris-prelaat, gekozen door de leden van de academie. De statuten van 1999 voorzien in vijf soorten van leden: 1) ordinarii: de gewone leden, vijftig in aantal, benoemd door de Staatssecretaris; . 2) emeriti: gewone leden worden emeriti op hun tachtigste verjaardag en verliezen actief stemrecht in de vergadering; 3) ere-leden; 4) corresponderende leden; 5) leden-weldoeners[4].

Activiteiten en publicaties

De Academie organiseerde in 1925 voor het eerst een internationaal thomistisch congres. Verdere congressen vonden plaats in 1936, in 1950, in 1955 en in 1960. Het zesde internationaal congres, met als thema God in de wijsbegeerte van de heilige Thomas en in de hedendaagse wijsbegeerte vond plaats in 1965. Het zevende congres, naar aanleiding van de 700ste sterfdag van Thomas van Aquino vond plaats in 1974. Het achtste congres herdacht de publicatie van Aeterni Patris en vond plaats in 1980. Het negende congres vond plaats in 1990 en had als thema Doctor Humanitatis. Het tiende vond in 2003 plaats en had als thema Het christelijke humanisme in het derde millennium. Het elfde congres vindt plaats van 21 tot 25 september 2020 met als thema Vetera novis augere. The resources of the Thomist tradition in the current context. De plenaire vergadering vindt éénmaal per jaar in juni plaats in de zetel van de Academie.

Van 1881 tot 1891 gaf de Academie een tijdschrift uit genaamd L'Accademia Romana di S. Tommaso. Van 1935 tot 1947 publiceerde de Academie het jaarboek Acta Pont. Academiae Romanae S. Thomae Aq. et Religionis Catholicae. Sinds 1948 publiceert de Academie Doctor Communis.[5]

Leiding

Presidenten

  • Abelardo Lobato O.P. (1999-2005), Spaanse dominicaan
  • Edward Kaczynski O.P. (2005-2008), Poolse dominicaan
  • Lluis Clavell (2008-2014), priester van het Opus Dei
  • Serge-Thomas Bonino O.P. (6 november 2014), Franse dominicaan en huidig president.

Secretaris-prelaat

  • Bisschop Marcélo Sanchez Sorondo (1999-22 juni 2016)
  • Guido Mazzotta (22 juni 2016 - )

Leden in 2019

  1. Serge-Thomas Bonino, O.P. (1961)
  2. Stephen L. Brock (1957)
  3. Jean-Louis Bruguès, O.P. (1943)
  4. Rocco Buttiglione (1948)
  5. Rafael Tomás Caldera (1945)
  6. Angelo Campodonico (1949)
  7. Romanus Cessario, O.P. (1944)
  8. Lluís Clavell (1941)
  9. Andrea Dalledonne (1939)
  10. J. Augustine Di Noia, O.P. (1943)
  11. María C. Donadío Maggi De Gandolfi (1944)
  12. Gilles Emery, O.P. (1962)
  13. Kevin L. Flannery, S.J. (1950)
  14. Yves Floucat (1950)
  15. Eudaldo Forment (1946)
  16. Umberto Galeazzi (1942)
  17. Wojciech Giertych, O.P. (1951)
  18. Harm Goris (1960)
  19. John Hittinger (1952)
  20. Russell Hittinger (1949)
  21. Reinhard Huetter (1958)
  22. Terence Kennedy, C.Ss.R. (1942)
  23. Ruedi (Rudolf) Imbach (1946)
  24. José A. Izquierdo Labeaga, L.C. (1948)
  25. Alejandro Llano (1943)
  26. Steven A. Long
  27. Mauro Mantovani S.D.B. (1966)
  28. Costante Marabelli (1953)
  29. Enrique Martinez (1963)
  30. Julio Raúl Méndez (1952)
  31. Tomas Melendo Granados (1951)
  32. Charles Morerod, O.P. (1961)
  33. John P. O’Callaghan
  34. Michael Pakaluk (1957)
  35. Mario Pangallo (1962)
  36. Günther Pöltner (1942)
  37. Pasquale Porro (1964)
  38. Luis Romera (1962)
  39. Piotr Roszak (1978)
  40. Marcelo Sánchez Sorondo (1942)
  41. Juan José Sanguineti (1946)
  42. Therese Scarpelli Cory (1982)
  43. Carlos Steel (1944)
  44. Giuseppe Tanzella Nitti (1955)
  45. Luca F. Tuninetti (1963)
  46. Aldo Vendemiati (1961)
  47. Jörgen Vijgen (1974)
  48. Michael Waldstein (1954)
  49. Thomas Joseph White, O.P. (1971)
  50. Robert Wielockx (1942)

Leden uit de Lage Landen

Als een van de eerste leden werd benoemd de Nederlandse dominicaan Johannes Vincentius de Groot (1848-1922) en de Belgische benedictijn Laurentius Janssens (1855-1925). Andere bekende leden waren o.a. Louis de Raeymaeker (1895-1970) en Fernand Van Steenberghen (1904-1993).

Na het overlijden van Jan A. Aertsen (1938-2016) en Leo Elders (1926-2019) telt de Academie momenteel vier Nederlandstalige leden: uit Nederland Harm Goris (benoemd in 2019) en uit Vlaanderen Carlos Steel, Jörgen Vijgen (benoemd in 2018) en Robert Wielockx.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.