Patio Sevilla

Patio Sevilla is de naam van een appartementencomplex in de wijk Céramique in de Nederlandse stad Maastricht. Het complex verwierf op 24 april 2003 bekendheid door het zogenaamde balkondrama. Door het instorten van een vijftal balkons van de appartementen kwamen twee personen om het leven.

Patio Sevilla, hoek Avenue Céramique - Daemslunet

Het complex ligt aan de Avenue Céramique in het zuidelijk deel van de wijk en wordt verder omsloten door de straten Daemslunet, Bellefroidlunet en Levignelunet. Het complex werd in 1999 ontworpen door het Spaanse architectenbureau Cruz y Ortiz, dat later tekende voor de tien jaren durende verbouwing van het Rijksmuseum Amsterdam. Het complex werd opgeleverd in 2002 en bestaat uit 97 appartementen gerangschikt over zes woonlagen rondom een binnentuin, die vanaf de straat op drie plaatsen toegankelijk is. Aan de Avenue Céramique bevinden zich een tweetal winkelruimtes.

Op 24 april 2003 kwamen vijf balkons aan de zijde van de Bellefroidlunet / Daemslunet, door naar later bleek een constructiefout, naar beneden, waarbij twee personen die op dat moment op een van de balkons stonden, om het leven kwamen. Na uitgebreid onderzoek bleek de dragende kolom van de balkons niet deugdelijk te zijn geconstrueerd, waardoor deze kon afbreken. Bij het herstel werden niet alleen de afgebroken balkons heropgebouwd en de constructie hiervan verbeterd. Ook de constructie van vrijwel alle andere balkons in het complex werd aangepast, waardoor er in plaats van de drie oorspronkelijke bevestigingspunten nu vier steunpunten zijn.

Pas in 2007 kwam Justitie met een uitspraak in de rechtszaak tegen drie partijen die bij de constructie van de balkons waren betrokken. Slechts één van hen kreeg een geldboete als straf opgelegd. Zowel de veroordeelde partij als het Openbaar Ministerie tekenden beroep aan tegen deze uitspraak. In 2008 kwam het bericht dat zowel de veroordeelde partij als het OM het hoger beroep introkken en de zaak hiermee dus gesloten was.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.