Orthografische projectie

De orthografische projectie in technisch tekenen is een projectiemethode, waarbij de projectielijnen evenwijdig aan elkaar en loodrecht op het projectievlak staan.

De orthografische projectie bestaan uit de metrische of platte projectie, en de axometrische of verhoudingsprojecties onder één bepaalde hoek.

Overzicht

De orthografische projectie wordt gerekend tot de parallelprojectie, omdat driedimensionale vormen hierbij afgebeeld worden op een plat vlak, zodanig dat lijnen die in het echt parallel lopen ook in de tekening parallel lopen. De orthografische projectie bestaande uit:[1]

  • de metrische of platte projectie, waarbij het object onvervormd en plat wordt weergegeven, en
  • de axonometrische of verhoudingsprojecties onder één bepaalde hoek zoals de isometrische projectie. Hierbij wordt het object onder een hoek geprojecteerd, wat een ruimtelijke indruk geeft.

Bij de orthografische projectie worden de geometrische kenmerken van het object op schaal getekend. Het wordt dan ook vaak gebruikt om schaalgetrouwe voor-, boven-, en zij-aanzichten te genereren van objecten.

Metrische of platte projectie

Bij de orthogonale projectie, ook wel metrische projectie, platte projectie of rechthoekige projectie genoemd, wordt het object onvervormd en plat weergegeven.

Een meervoudige projectie, die zowel een voor-, zij- als bovenaanzicht weergeven, wordt ook wel een multiview orthografisch projectie genoemd.

Aanzicht

Bij een rechthoekige projectie kijk je recht tegen één kant van het afgebeelde object. Dit beeld wordt een aanzicht genoemd.

In het bovengenoemde voorbeeld zijn dit een bovenaanzicht, twee zijaanzichten, het vooraanzicht en achteraanzicht en het onderaanzicht. In de tekening dienen de andere aanzichten ertoe om duidelijk te maken, hoe het object er van de andere kanten uitziet.

Symbolen om aan te geven welke projectiemethode is toegepast

Europese en Amerikaanse projectie

Bij het technisch tekenen worden bij een rechthoekige projectie meestal drie aanzichten getekend. Het vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht. De positionering van deze aanzichten op het tekenvel is met de ‘Europese’ en ‘Amerikaanse’ projectiemethode vastgelegd.

Bij de Europese projectie moet men het voorwerp vóór het vlak van tekening denken. Om de linkerzijkant te zien, kantelt men het voorwerp naar rechts; het linkerzijaanzicht komt dus rechts van het vooraanzicht te liggen. Evenzo komt het bovenaanzicht onder het vooraanzicht te liggen.

Bij de Amerikaanse projectie moet men het voorwerp achter het vlak van tekening denken. Om de linkerzijkant te zien, kantelt men het voorwerp naar links; het linkerzijaanzicht komt dus links van het vooraanzicht te liggen. Het bovenaanzicht komt zo boven het vooraanzicht te liggen. Deze methode is intuïtiever dan de Europese en wordt daarom in de industrie veel gebruikt, vooral bij het tekenen van pijpleidingen.

Axonometrische of verhoudingsprojecties

Heeft het projectievlak een willekeurige oriëntatie ten opzichte van het object, dan wordt er van axonometrische projectie gesproken. Typerend aan de axonometrische tekening is dat een van de assen als verticaal is weergegeven, en dat meerdere zijden van het object tegelijk zichtbaar zijn. Er bestaan hier drie vormen van projectie: isometrie, dimetrie en trimetrie:

Het afgebeelde object is hierbij onder verschillende hoeken geprojecteerd. De Isometrische projectie is veruit de bekendste.

Zie ook

Zie de categorie Orthographic projections van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.