Openbaarheid van bestuur

Openbaarheid van bestuur is een algemeen rechtsbeginsel waar uit voortvloeit dat de burger het recht heeft te weten welke bestuursinformatie bij de overheid berust en de overheid de plicht heeft om deze (desgevraagd of ongevraagd) te ontsluiten. Dit beginsel is in de wetgeving van meerdere landen uitgewerkt.

Nederland

Lise Witteman, politiek verslaggever van NU.nl, heeft een kort geding aangespannen tegen het ministerie van Financiën omdat ze het niet eens is met de afhandeling van een Wob-verzoek dat ze bij dit ministerie heeft gedaan. Ze werd bijgestaan en vertegenwoordigd door onderzoeksjournalist, collega en Wob-expert Brenno de Winter

De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) uit 1980 regelt de openbaarmaking van informatie door de Nederlandse overheid. De informatieplicht van de Nederlandse overheid is sinds 1983 ook in artikel 110 van de Grondwet verankerd: niet als recht van de burger, maar als plicht van de overheid. De Nederlandse wet is ruim van opzet, zij spreekt van informatie en is niet beperkt tot (voltooide) documenten.

Wanneer een overheid documenten overbrengt naar een archiefbewaarplaats is de Wob niet meer van toepassing. De Archiefwet regelt de openbaarmaking van informatie die overgebracht is. Iedereen is bevoegd om een overgebracht "archiefbescheiden kosteloos te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken of op zijn kosten te doen maken"[1]. Er kunnen alsnog beperkingen op deze openbaarheid gelegd worden, maar slechts met een bepaalde termijn en met oog op[2]:

  1. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
  2. het belang van de Staat of zijn bondgenoten;
  3. het anderszins voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen danwel van derden.

België

In België is de openbaarheid van bestuur in 1993 vastgelegd in de Grondwet, artikel 32:

Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134.

Zowel de Belgische federale wetgever als het Vlaams Parlement en de andere wetgevende instanties hebben vervolgens, ieder voor zich, een regeling uitgewerkt. Zie onder andere:

  • Federale wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur[3]
  • Federale wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten[4]
  • Vlaams decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur[5]
  • Brusselse ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.[6][7][8]

Het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap vaardigden soortgelijke decreten uit. In het Frans spreekt men van transparence administrative.

In al deze regelgevingen wordt een onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve openbaarheid. Actieve openbaarheid houdt in dat de overheden op een systematische manier de burgers informeren over het gevoerde beleid. Passieve openbaarheid houdt in dat de burgers mogen verzoeken bepaalde bestuursdocumenten te zien.

Op federaal niveau controleren de Federale commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten (CTB) en de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie of overheidsdiensten (BTM) al dan niet terecht het openbaarmaken van bestuursdocumenten weigeren. De BTM is een beroepsorgaan en kan zelf beslissen om documenten vrij te geven in plaats van de overheidsdienst. De CTB heeft slechts een adviesbevoegdheid. Wanneer een overheidsdienst de openbaarmaking blijft weigeren, kan de CTB daar niets aan doen. Ze klaagt deze problematiek al jaren aan in haar jaarrapporten.[9]

Vlaanderen

Het decreet openbaarheid van bestuur[10] voorziet dat nagenoeg elk voltooid document waarover een bestuur beschikt die onder de bevoegdheid valt van de Vlaamse overheid door iedereen kan worden opgevraagd. Zo is ook een studie opgemaakt in opdracht van een bestuur openbaar zodra het studiebureau dat verantwoordelijk was voor de opdracht besluit dat haar taak volbracht is en de studieresultaten geleverd zijn aan het bestuur. De beslissingsprocedure die eventueel het gevolg is van de resultaten van de studie heeft geen invloed op het openbaar karakter van een voltooide opdracht.

Elke burger kan door een eenvoudige vraag per brief, mail of fax zonder motivatieplicht mits verwijzing naar het decreet een kopie opvragen van een bestuursdocument. Tevens kan de aanvrager zelf bepalen op welke wijze hij een kopie wenst te verkrijgen. Zo kan de aanvrager naast een schriftelijke kopie ook een digitale kopie vragen van een document. Binnen de 15 dagen na registratie van de aanvraag door het bestuur moet dit bestuur de vraag beantwoorden. Indien een bestuur niet binnen de voorziene periode antwoordt, kan de aanvrager klacht neerleggen bij de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur. De beroepsinstantie onderzoekt de klacht en oordeelt er over binnen een termijn van 30 dagen. Alle beslissingen van de beroepsinstantie worden sinds 2004 gepubliceerd op het web.[11]

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.