Spitskuifduif
De spitskuifduif of Australische kuifduif (Ocyphaps lophotes) is een zeer algemeen voorkomende duivensoort in Australië.
Spitskuifduif IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012) | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
| ||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Ocyphaps lophotes (Temminck, 1822) | ||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||
Spitskuifduif op | ||||||||||||
|
Kenmerken
Er zijn geen opmerkelijke verschillen tussen de geslachten, al lijken de vrouwtjes wat doffer van kleur. Een volwassen spitskuifduif meet in totaal ongeveer 32 centimeter. De vogel heeft een bruinachtige rug, terwijl de buik, borst en kop grijs zijn met een rode glans. Op de kop prijkt een zwarte kuif. De grijsrode vleugels bevatten witte en groene slagpennen. De ogen zijn bruingeel met een rode rand, de snavel is zwart en de poten dieprood.
Leefwijze
Spitskuifduiven voeden zich in hoofdzaak met zaden en hebben een voorkeur voor de zaden van een acaciaboom. Daarnaast eten ze ook besjes, vruchten en zachte kruidenachtige delen van planten.
Voortplanting
Ze leggen 2 eitjes, die in ongeveer 18 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed. Als de jongen 3 weken oud zijn vliegen ze uit, maar ze worden dan nog een poosje door de ouders gevoerd en begeleid.
Verspreiding en leefgebied
De soort is endemisch in Australië en telt 2 ondersoorten:
- O. l. whitlocki: noordwestelijk Australië.
- O. l. lophotes: noordoostelijk, centraal, zuidelijk en oostelijk Australië.
Hij leeft altijd paarsgewijs en komt voor in zowel bebouwde gebieden als in streken die ver van menselijke nederzettingen verwijderd zijn. Ze houden zich bij voorkeur op op droge terreinen, meestal in de buurt van water.
Bronnen, noten en/of referenties |