Nederlands Schriftelijk Studiecentrum Culemborg

Het Nederlands Schriftelijk Studiecentrum Culemborg was een instituut dat schriftelijke cursussen aanbood.

Het instituut werd opgericht bij notariële akte op 20 augustus 1946 onder auspiciën van de Orde van Paters Augustijnen. Het doel was het bevorderen van ontwikkeling door het geven van onderwijs op katholieke grondslag aan allen die willen studeren. Om dit doel te bereiken werd schriftelijk onderwijs gegeven, aangevuld met mondelinge lessen, het stichten van een bibliotheek en het organiseren van studiebijeenkomsten. Het maken van winst is geen doel van de stichting. Het bestuur, benoemd door de Nederlandse Provincie bestond aanvankelijk uit twee paters annex oprichters. Pater Gratia ter Haar was de eerste directeur. Later werd een bestuur gevormd bestaande uit vijf augustijnen.

Vestiging

Het instituut werd gevestigd in Culemborg, in het pand van het voormalig klein seminarium, waarin ook het Augustijnenklooster was gehuisvest. In 1948 was de verbouwing voltooid en ingericht voor kantoorruimten, klaslokalen, logiesgelegenheid etc.

Beginfase

De gedachte was, dat als gevolg van de vorig jaar beëindigde oorlog, een grote inhaal vraag zou ontstaan naar onderwijs en gerichte praktijkopleidingen. Gemiste of verbroken studies in de oorlogsjaren kwamen heel veel voor. De wederopbouw van het land vroeg juist om bekwame en opgeleide mensen. De start was moeizaam. Zo kort na de oorlog was er een gebrek aan het verkrijgen van nodige materialen zoals schrijfmachines, adresseer- en kopieermachnes. Pater ter Haar heeft zich vooral ingezet om het docentencorps te vormen. Auteurs en correctoren werden gezocht in het hele land.

Cursusaanbod

Vanaf het begin is het cursusaanbod breed opgezet. Enkele belangrijkste leergangen:

  • Vervolgonderwijs: Mulo - HBS - Gymnasium
  • Praktijk/Kantoor: Boekhouden, Moderne Bedrijfsadministratie, Staatspraktijkdiploma, Handelscorrespondentie, Middenstandsdiploma
  • Onderwijs: Opleiding voor onderwijzer en hoofdakte, lagere onderwijsakten Frans, Duits, Engels en Handelskennis; M.O.Opleidingen, Frans, Engels, Staatsinrichting, Pedagogiek
  • Vakopleidingen: Gemeenteadministratie I, Belastingconsulent, Politiediploma
  • Verder onder andere Godsdienstdiploma A en B, Filosofie, Sociologie.

Het aantal cursisten nam regelmatig toe; in de vijftiger jaren bedroeg het aantal deelnemers gemiddeld 20.000 per jaar.

Contactbijeenkomsten

Een bijzonder aspect van het Studiecentrum was dat het schriftelijk onderwijs werd aangevuld met mondelinge lessen in het weekend, de zogenaamde "contactbijeenkomsten". Deze lessen van drie tot vier keer per jaar, waren niet verplicht, maar wel een uitstekende motivatie om de studie vol te houden. Moeilijke onderwerpen konden worden toegelicht, het contact met de leraar en medecursisten was een grote stimulans om verder te gaan. Voor deelname aan deze bijeenkomsten waren -behoudens een vergoeding voor maaltijden en logies - geen extra kosten verschuldigd. Het behoeft geen betoog dat vooral de cursussen in vreemde talen veel profijt hadden van deze lessen.In de loop der jaren hebben duizenden cursisten deze studiebijeenkomsten in Culemborg bijgewoond.

Kwaliteit

Het Studiecentrum was erkend door de "Inspectie Schriftelijk Onderwijs"(ISO); een door het bonafide schriftelijk onderwijs in het leven geroepen inspectie om toezicht te houden op kwaliteit en betrouwbaarheid. Een belangrijk aspect was dat door de inspectie gecontroleerd werd op de onderwijsbevoegdheid van auteurs en correctoren. Deze inspectie is later vervangen door een Rijksinpectie in het kader van de Wet op het Volwassenenonderwijs.

Bestuurswisseling

De voortgaande secularisering heeft ook zijn invloed gehad op het Studiecentrum. In de zestiger jaren zijn drie Augustijnen bestuurders teruggetreden en vervangen door de benoeming van dr. J.A.A. Verlinden als voorzitter (v/h Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen); voorts werd de algemeen secretaris van het NCW benoemd in het bestuur en trad een directeur van een industriële onderneming aan als penningmeester. Het bestuur heeft zich vooral gericht op de veranderende situatie in de onderwijswereld. De inhaalvraag was inmiddels afgenomen en er ontstond een nieuwe visie op de vraag naar schriftelijk onderwijs. Er bleek belangstelling te zijn voor cursussen op uiteenlopend gebied zoals informatica, waterbeheersing, energie. Deze ontwikkeling, samen met de behoefte aan schaalvergroting heeft ertoe geleid, dat de sinds jaren bestaande goede en collegiale verhouding tussen Koninklijke PBNA in Arnhem en het Studiecentrum Culemborg per 1 januari 1971 omgezet werd in een fusie. De activiteiten zijn in Arnhem voortgezet.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.