Nanotyrannus

Nanotyrannus is een geslacht van vleesetende theropode dinosauriërs, behorend tot de groep van de Tyrannosauridae, dat tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika. De enige benoemde soort, Nanotyrannus lancensis, vertegenwoordigt volgens sommige wetenschappers slechts het jong van Tyrannosaurus.

Nanotyrannus
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Een replica van Jane, een mogelijk jong van Nanotyrannus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Dinosauria (Dinosauriërs)
Orde:Saurischia
Onderorde:Theropoda
Infraorde:Tetanurae
Superfamilie:Tyrannosauroidea
Familie:Tyrannosauridae
Onderfamilie:Tyrannosaurinae
Geslacht
Nanotyrannus
Bakker, Williams & Currie, 1988
Typesoort
Gorgosaurus lancensis
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Nanotyrannus op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Vondst en naamgeving

CMN 7541

In 1942 werd door paleontoloog David Hosbrook Dunkle in Montana bij de Sand Creek in Carter County de schedel gevonden van een theropode. In 1946 werd het fossiel, specimen CMN 7541, door Charles Whitney Gilmore postuum benoemd en beschreven als een nieuwe soort van Gorgosaurus: Gorgosaurus lancensis. De soortaanduiding verwijst naar de Lanceformatie uit het late Maastrichtien waarin het dier opgegraven werd. G. lancensis werd door latere onderzoekers soms in andere genera geplaatst. Oskar Kuhn maakte er in 1965 een Deinodon lancensis van. Alan Jack Charig hernoemde het in 1967 tot een Aublysodon lancensis. Dale Alan Russell bracht het in 1970 bij Albertosaurus onder als een Albertosaurus lancensis.

In 1988 concludeerde een studie door Robert Thomas Bakker, Phil Currie, en Michael Williams dat de soort niet verwant was aan Gorgosaurus of Albertosaurus maar aan Tyrannosaurus rex, die in dezelfde formatie voorkomt. Het specimen werd daaraan echter niet toegewezen want men meende aan de vergroeiing van de beennaden te kunnen vaststellen dat het een volwassen exemplaar betrof met een geschatte lengte van 5,2 meter, veel korter dan de twaalf meter die Tyrannosaurus kan bereiken. Het zou dus om een "dwergtyrannosaurus" gaan, een Pygmy Tyrant die de passende naam Nanotyrannus kreeg. Deze geslachtsnaam is afgeleid van het Latijnse nanus, "dwerg", en het Klassiek Griekse tyrannos, "alleenheerser".

In 1999 bleek uit hernieuwd onderzoek door Thomas Carr dat het toch een jong dier betrof. Daaruit werd door veel paleontologen de conclusie getrokken dat het wel het jong van Tyrannosaurus zou zijn. Volwassen exemplaren van Nanotyrannus zijn namelijk niet bekend en kleine exemplaren die aan Tyrannosaurus zijn toegewezen, hebben alle in min of meerdere mate de kenmerken van Nanotyrannus.

Jane toont hoe smal haar schedel is

Het vraagstuk kreeg opnieuw aandacht door de vondst in 2001 door linguïst William Harrison en huisvrouw Carol Tuck van Jane, specimen BMRP 2002.4.1, een veel vollediger skelet, 51% compleet, van een jong dier dat in groeifase met CMN 7541 overeenkwam en gezien de groeiringen van het bot elf jaar oud bleek te zijn. Ook de postcrania, de delen achter de schedel, bleken geen kenmerken te bezitten die strijdig waren met een toewijzing aan Tyrannosaurus. Hierop werd de hypothese dat Nanotyrannus een jonger synoniem is van Tyrannosaurus rex door de meeste wetenschappers omarmd hoewel er nog enkele onderzoekers zijn, zoals Bakker en Currie, die de status van aparte soort voor Nanotyrannus verdedigen. In 2015 werd gemeld dat ook een gedetailleerde studie van Jane uitwees dat het om een Tyrannosaurus rex ging. In 2011 rapporteerde Lawrence Witmer na een CAT-scan van CMN 7541 dat het holotype in bepaalde kenmerken erg op Tyrannosaurus rex leek maar dat andere eigenschappen, zoals het patroon van luchtholten in de hersenpan, afwijkend zijn van wat tot nu toe van T. rex bekend was, zodat hij nog steeds geen duidelijke conclusie kon trekken. Door de stroom aan nieuw tyrannosauride materiaal uit het gebied zijn opnieuw jonge dieren gevonden waarvan de studie nog gaande is. Een gelijkaardige problematiek doet zich voor in de relatie tussen Alioramus en Tarbosaurus.

In 2016 stelde Joshua Schmerge dat de horizontale groeve op de buitenkant van het dentarium zo afweek van die van Tyrannosaurus dat geconcludeerd moest worden dat Nanotyrannus een apart taxon vertegenwoordigde. Dit werd onmiddellijk weersproken door verschillende experts die erop wezen hoe variabel dit kenmerk was en dat Nanotyrannus ook in dit opzicht slechts een typisch jeugdige tyrannosauride morfologie toont. In 2020 stelde een studie dat twee jonge exemplaren van Tyrannosaurus nog duidelijk in de groei waren maar wel kenmerken van Nanotyrannus vertoonden wat als een aanwijzing gezien werd dat beide taxa identiek waren.

Naast de twee grote specimina zijn er ook losse tanden aan Nanotyrannus toegewezen.

Beschrijving

De eerste replica van de schedel van Jane

De schedel van Nanotyrannus lijkt oppervlakkig gezien niet veel op die van Tyrannosaurus. Hij is veel platter en langwerpiger en mist de typische verbreding aan de achterkant. Dit zijn echter kenmerken die men bij jonge theropoden zou verwachten; in deze groep neemt bij het volwassen worden de snuitlengte af. Bij Tyrannosaurus hebben grotere exemplaren relatief extra brede schedels. Nanotyrannus heeft vijftien tanden in de maxilla en het dentarium tegenover veertien bij Tyrannosaurus maar opnieuw kan dit verklaard worden uit de leeftijd: grotere tyrannosauri hebben minder tanden.

Volgens een studie van Carr uit 2004 vertegenwoordigt CMN 7541 slechts een groeifase van Tyrannosaurus, die gekenmerkt wordt door een verdiepen van het dentarium, het vergroeien van de wandbeenderen met de voorhoofdsbeenderen en het naar voren uitgroeien van de middenkam op het hoofd tot over de voorhoofdbeenderen.

Fylogenie

Ook degenen die Nanotyrannus als een aparte soort beschouwen zien het als het zustertaxon van Tyrannosaurus binnen de Tyrannosaurinae.

Levenswijze

Volgens Bakker zou de kleinere Nanotyrannus in jachtgroepen gejaagd hebben. Ook als het slechts om jonge tyrannosauri zou gaan is dit een mogelijke jachtmethode waarmee de juveniele dieren toch grotere prooi konden verschalken. Een alternatieve niche is die van jager op kleinere prooidieren.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.