Nagellak

Nagellak is een cosmetisch product ter verfraaiing en versteviging of bescherming van nagels aan handen en voeten. De lak is verkrijgbaar in vele soorten en kleuren en wordt verkocht in kleine flesjes met een dop waaraan een kwastje is bevestigd. Hiermee kunnen de nagels worden gelakt. Dit kan zowel op natuurlijke nagels als op kunstnagels gedaan worden.

Het lakken van teennagels (met tenenspreider)

Nagellak wordt verwijderd met nagellakremover, veelal op basis van aceton, hoewel dit niet het beste is voor de nagels.

Geschiedenis

Wanneer nagellak is ontdekt, is niet precies bekend. Uit bronnen blijkt dat vrouwen al rond 5000 v.Chr. met hun nagels bezig waren. Dat was niet zozeer met het lakken ervan, maar er wordt gezegd dat Indiase vrouwen toen al hun vingertoppen met henna versierden.

Door de jaren heen zijn er allerlei verschillende mengseltjes en receptjes gebruikt, die dienden als nagellak. Chinese vrouwen maakten rond 3000 v.Chr. hun lak van Arabisch gom, gelatine, bijenwas, plantaardige kleurstoffen en eiwitten. Om een mooi rood-roze kleurtje te krijgen gebruikten ze geperste orchideeën en rozenblaadjes. Alleen een nadeel aan dit soort nagellak was dat deze uren moest drogen.

Rond 600 v.Chr. brachten rijke vrouwen goud of zilver op hun nagels aan. Er waren zelfs bewakers die deze beschermden. De gouden en zilveren nagellak stond symbool voor rijkdom en vrije tijd.

In de middeleeuwen waren manicures en beautybehandelingen verleden tijd. Tijdens de renaissance besteedden rijke Europese vrouwen weer aandacht aan hun nagels. In de 15e eeuw versierden de Inca's hun nagels met bijzondere tekeningetjes van adelaars.

Tussen 1800 en 1900 was de manicure zeer populair bij vrouwen. In het victoriaans tijdperk vond men schoonheid, hygiëne en zuiverheid erg belangrijk. Nagels hoorden ook tussen dit rijtje. Populair was het citroensap- of azijn nagelbadje. Vrouwen doopten hun nagels hierin en hielden zo hun nagels gezond.

Revlon's nailpolish kwam in 1932 met kleuren en soorten nagellak op de markt die men nog niet eerder gezien had. Het idee van deze nagellak was bedacht door de Franse visagiste Michelle Ménard. Ze werd geïnspireerd door autolak.

Tussen 1930 en de jaren 50 maakte acrylnagels hun entree. Pasteltinten waren hip in de jaren 60, niet alleen voor kledingitems, maar ook qua nagellak. Vanaf 1970 werden nepnagels steeds populairder. Velen zagen hier een handeltje in en begonnen een eigen manicure- of schoonheidssalon. Ook de bekende French Manicure komt uit de jaren 70. Hoewel het witte randje tegenwoordig alom populair is, was deze nagellaktrend in het begin eigenlijk alleen bedoeld voor de bekende Hollywoodsterren.

Eigenschappen

De gewenste eigenschappen van een goede nagellak zijn:

  • makkelijk aan te brengen (niet te vloeibaar of te taai) en een goede aanhechting hebben;
  • snel drogen en hard worden;
  • de gewenste kleur en/of glans geven en behouden, zonder mat te worden onder invloed van zeep of afwasmiddel;
  • gedurende een redelijk lange tijd op de nagel blijven zonder te barsten of af te brokkelen (meestal is dit na hooguit enkele dagen het geval);
  • bestand zijn tegen dagelijks gebruik en in het bijzonder waterbestendig;
  • onschadelijk zijn voor nagel en huid;
  • makkelijk te verwijderen.

Samenstelling

Roze nagellak

Een typische samenstelling van nagellak is:[1]

  • een "filmvormer", meestal nitrocellulose (2 tot 15 procent van het totale gewicht);
  • een oplosbare hars (de "verharder") die zorgt voor de aanhechting, glans en dikte van de aangebrachte laklaag, zoals melamineformaldehyde, ureumformaldehyde, acrylics, of tolueen-sulfonamide/formaldehyde (5 tot 20 gew.-%);
  • een of meer weekmakers om de laklaag flexibel en rekbaar te maken, zoals kamfer, dibutylftalaat, di-ethylftalaat, tricresylfosfaat of ricinusolie;
  • een "solventsysteem" bestaande uit verschillende oplosmiddelen (enerzijds voor de nitrocellulose, anderzijds voor de hars, en eventueel nog andere die enkel dienen als "verdunner" om de kostprijs te drukken), bijvoorbeeld een of meer alcoholen (isopropylalcohol, isobutylalcohol), een of meer acetaten (ethylacetaat, n-butylacetaat e.d.), en een aromatische koolwaterstof zoals tolueen (60 tot meer dan 90 gew.-%);
  • kleurstoffen of pigmenten om de gewenste, al dan niet transparante kleur aan de nagel te geven. Voor "parelende" nagels worden "gecoate" pigmenten gebruikt zoals mica bedekt met een laagje titaniumoxide of bismutoxychloride, al dan niet gemengd met een ander pigment[2] (0,1 tot 5 gew.-%);
  • eventueel andere, specifieke ingrediënten in kleine hoeveelheden, bijvoorbeeld parfum, ultravioletabsorbeerder, producten om de lak sneller te doen drogen of antibacteriële stoffen.

Gezondheids- en milieuaspecten

  • Van bepaalde stoffen in nagellak is gevonden dat ze aanleiding konden geven tot allergie of huidsensitisatie, onder andere de arylsulfonamide/formaldehydeharsen. In recente formulaties gebruikt men daarom meestal andere soorten harsen zoals polyesterharsen[3].
  • Vanwege de gezondheidsrisico's wordt tolueen tegenwoordig vrijwel niet meer gebruikt als oplosmiddel.[4]
  • Van ftalaten, in het bijzonder dibutylftalaat, wordt vermoed dat ze reproductietoxisch zijn. Het gebruik ervan in cosmetica is reeds verboden in de Europese Unie, en ook elders stappen fabrikanten af van het gebruik ervan.[4]
  • Verder zoeken fabrikanten naar alternatieven voor de vluchtige organische stoffen (oplosmiddelen); zo zijn er tegenwoordig ook lakken op waterbasis.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.