Roodbruine sikkelwants
De roodbruine sikkelwants (Nabis rugosus) is een wants uit de familie sikkelwantsen (Nabidae).
Roodbruine sikkelwants | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nabis rugosus, roodbruine sikkelwants | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Nabis rugosus (Linnaeus, 1758) | ||||||||||||||
Afbeeldingen op | ||||||||||||||
Roodbruine sikkelwants op | ||||||||||||||
|
Uiterlijk
De roodbruine sikkelwants is geelbruin tot roodachtig bruin, heeft lichte dekvleugels en is meestal kortvleugelig (brachypteer). De voorvleugels komen dan net niet tot het eind van de abdomen. Langvleugelige (macropteer) roodbruine sikkelwantsen zijn zeldzamer. De langvleugelige wantsen lijken op de veldsikkelwants (Nabis ferus) en de valse veldsikkelwants (Nabis pseudoferus). Op de poten zijn roodbruine tot bruine punten. De lengte is 6 – 7,8 mm. De nimfen zijn donkerbruin en hebben vaak een rood streeppatroon.
Verspreiding en levenswijze
De soort leeft in Europa en Siberië. Hij wordt gevonden in biotopen met grassen en kruiden. In Europa is het een algemeen voorkomende wants, in Nederland komt hij hoofdzakelijk in de provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg voor, maar wordt tegenwoordig ook wel op andere plaatsen gevonden.
Hij is roofzuchtig en voedt zich met insecten. De volwassen wantsen overwinteren. Eén generatie per jaar. De eieren worden in grasstengels afgezet. Vanaf augustus verschijnt er een nieuwe generatie volwassen roodbruine sikkelwantsen.
Externe links
Bronnen
|