Misogynie

Misogynie of vrouwenhaat is een ziekelijke afkeer van vrouwen.[1] Het komt van het Grieks misein (haten) en gyne (vrouw). De pendant ervan is misandrie of mannenhaat. Er bestaat anderzijds ook zoiets als gynaecofobie of angst voor vrouwen.

Vormen van misogynie

In de eerste plaats kan misogynie een persoonlijke houding zijn, een haat of misprijzen voor vrouwen, hetzij uitdrukkelijk en open (verbaal en non-verbaal tot aan (seksuele) geweldpleging of onderdrukking), hetzij meer subtiel.

Ook een achterstelling van de vrouwen in het burgerlijk recht zoals volgens sommigen tot uiting kwam in de code Napoleon of nog bestaat in een aantal Arabische landen en in het kerkelijk recht, wordt vaak als misogyn geduid.

Misogynie in vroeger tijden

Middeleeuwen en renaissance

In middeleeuws Europa was het niet ongewoon dat vrouwen leidinggevende functies hadden, zie bijvoorbeeld de verschillende landvoogdessen in de Nederlanden. In sommige gebieden zoals het abdijvorstendom Thorn moest het staatshoofd een vrouw zijn. Het waren eerder de critici van deze maatschappij die argumenteerden tegen de leidinggevende rol van vrouwen, zo bijvoorbeeld de protestantse hervormers als Luther of John Knox.

Vanaf ongeveer 1440 werd gestart met heksenvervolgingen. Deze vervolgingen troffen voornamelijk onafhankelijke vrouwen (weduwen en ongehuwden) en gingen door tot eind achttiende eeuw (1782,Anna Goldi). De folteringen die vrouwen ondergingen wanneer ze aangewezen waren als vermoedelijke heks getuigden van een levendige vrouwenhaat. Veel vrouwen konden zelf nauwelijks meer staan of lopen naar hun gruwelijke publieke terechtstellingen. De eeuwen van heksenjachten stopten toen de vrijheid van vrouwen in Europese landen volgens wetboeken werd ingeperkt.[2]

Dat de eeuwen van heksenvervolgingen impact hebben gehad op de positie en behandeling van vrouwen werd onder meer duidelijk toen in 2017 naar aanleiding van een Hollywoodschandaal een massale #MeToo-beweging op gang kwam waarbij wereldwijd miljoenen vrouwen aangaven met seksueel grensoverschrijdend gedrag te maken te hebben gehad.[3] Ook maakte deze beweging duidelijk dat vrouwen niet gehoord worden bij het melden van het ontoelaatbare gedrag.[4]

Misogynie in de religie en de filosofie

Christendom

Van de apostel Paulus staat in het Nieuwe Testament van de Bijbel geschreven dat hij met een beroep op de oudtestamentische wet van mening is dat vrouwen in de Kerk moeten zwijgen (1 Korintiërs 14:34).[5] Dit zou (mede) de reden zijn geweest waarom vrouwen vaak een achtergestelde positie in de Kerk hebben moeten innemen en in sommige gevallen zelfs werden geminacht.
In 1 Korintiërs 11:2-16[6] zet hij uiteen dat vrouwen niet minder zijn dan mannen, maar dat ze een andere positie dienen te bekleden daar de man het hoofd is van de vrouw. Ook legt hij uit dat in hun verbondenheid met God zowel de vrouw niets is zonder de man als de man niets is zonder de vrouw en dat de vrouw weliswaar is voortgekomen uit de man, maar de man op zijn beurt bestaat door de vrouw. En in Efeziërs 5:22-33[7] roept hij de mannen op hun vrouwen lief te hebben als zichzelf. Anderzijds doorbrak het christendom door het revolutionaire optreden van Jezus ten opzichte van vrouwen, de minderwaardigheidspositie die zij in de joodse religieuze gemeenschap innamen.[8]

De Koran

Het vierde hoofdstuk (of soera) van de Koran is getiteld "Vrouwen" (An-Nisa). De 34ste vers van dit hoofdstuk is een belangrijke vers voor feministische kritiek op de islam. Het vers luidt: "Mannen zijn opzichters over de vrouwen voor wat Allah aan de een meer gegeven heeft dan aan de ander en voor wat zij gegeven hebben als bijdrage van hun bezittingen. De deugdzame vrouwen echter zijn de in ootmoed staanden die de verborgenheid behoeden door de behoeding van Allah. Maar zij van wie gij opstandigheid vreest vermaand haar en vermijdt haar op de rustplaatsen en slaat haar. Maar indien zij u gehoorzaam worden zoekt dan geen weg om haar te tuchtigen. Allah is waarlijk verheven en groot." In zijn boek Geen God dan God, schreef professor Reza Aslan van de University of Southern California dat vrouwonvriendelijke interpretatie "voortdurend verbonden is aan An-Nisa, vers 34, omdat commentaar op de Koran het exclusieve domein van moslimmannen is". In zijn boek Popular Islam and Misogyny: A Case Study of Bangladesh beschrijft Taj Hashmi vrouwenhaat in relatie tot de islamitische cultuur (en Bangladesh in het bijzonder): "Door de persoonlijke interpretaties van de Koran (bijna uitsluitend door mannen) door moellahs en de regressieve sharia is de islam bekend als een promotor van vrouwenhaat in zijn ergste vorm".

Hindoeïsme

Sommige vormen van hindoeïsme miskennen de zelfstandigheid van vrouwen en konden in het verleden zo ver gaan dat de vrouw samen met haar overleden man gecremeerd werd (sati).

Filosofen

Bij Schopenhauer vinden wij de subtiele redenering: "de Rede is vrouwelijk van aard, zij kan enkel geven nadat zij gekregen heeft". Nietzsche schreef dat elke hogere vorm van beschaving een striktere controle van vrouwen impliceerde (Jenseits von Gut und Böse, 7:238). Ook Aristoteles, Machiavelli, Jean-Jacques Rousseau, Napoleon en eigenlijk de hele Franse Revolutie stonden afkerig tegenover vrouwen in de politiek. Aan de andere kant steunden filosofen als Pythagoras, John Stuart Mill, Friedrich Engels, Dostojevski en Henry George 'het' feminisme.

Zie ook

Zie de categorie Misogyny van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.