Zwartwitte veldridderzwam
De zwartwitte veldridderzwam (Melanoleuca polioleuca) is een paddenstoel uit de stam der steeltjeszwammen.
Zwartwitte veldridderzwam | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||
| ||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||
Melanoleuca polioleuca (Fr.) G. Moreno (1934) | ||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | ||||||||||||||
|
Kenmerken
![](../I/m/2012-11-23_Melanoleuca_polioleuca_(Fr.)_K%C3%BChner_%26_Maire_325934.jpg)
De gladde, grijszwart tot donkerbruine hoed van het vruchtlichaam is aanvankelijk gewelfd, maar later vlak, vaak met een lichte bult in het midden. Hij bereikt een doorsnede van drie tot acht centimeter. De witte tot crème gekleurde lamellen staan relatief dicht op elkaar en produceren witte sporen met afmetingen van 7 tot 9,5 bij 4,5 tot 5,5 micrometer.
De steel heeft een knolvormige basis en is gewoonlijk langer dan de breedte van de hoed. Hij heeft een lengte van vier tot negen centimeter en een doorsnede van acht tot vijftien millimeter. De kleur is donkerbruin met overlangs lopende groeven en vezels. Het witte tot okerbruine vlees van de zwam heeft een zwakke geur en is eetbaar.
Voorkomen en levenswijze
De zwartwitte veldridderzwam is een saprofyt en komt voor op voedselrijk zand in loof- en naaldbossen, parken, tuinen, graslanden en bermen in Noord- en Zuid-Amerika en in Europa.[1] In Nederland is het een algemene soort. De paddenstoel is te vinden in nazomer en herfst.
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
|