Maurice de Maere d'Aertrycke

Maximilien Jules Emile Maurice (Gent, 30 november 1864 - Brugge, 25 december 1941) was een Belgisch volksvertegenwoordiger.

Levensloop

De Maere was een zoon van Emile de Maere (1825-1898) en die zijn tweede echtgenote barones Laure van Zuylen van Nyevelt (1838-1877). Emile, oudere broer van August de Maere verkreeg in 1867 adelserkenning en erfde de baronstitel.

Maurice de Maere verkreeg in 1897 'd'Aertrycke' aan zijn familienaam te mogen toevoegen. In 1900 erfde hij de baronstitel van de kinderloos gestorven August de Maere, die verder bij eerstgeboorte overdraagbaar bleef.

Hij trouwde in 1893 met Jeanne Janssens de Bisthoven (1870-1931) en ze kregen zes kinderen, met talrijke nakomelingen. Hij doorliep een militaire carrière bij de cavalerie, die hij beëindigde met de graad van majoor.

Hij woonde hoofdzakelijk in het kasteel van Aartrijke en was van 1900 tot 1908 gemeenteraadslid en schepen in de gemeente.

In mei 1907 volgde hij Alberic Ruzette op als katholiek volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brugge, toen die benoemd werd tot gouverneur van West-Vlaanderen. Hij vervulde het mandaat slechts tot in 1908 en werd toen opgevolgd door Joseph Strubbe.

De Maere was amateur-historicus, vooral geïnteresseerd in militaire geschiedenis, onder meer in de Slag der gulden sporen. Hij deed ook heel wat archeologische vondsten uit het steentijdperk.

Publicaties

  • Aperçu historique sur la cavalerie, Gent, 1898 en 1899 (2e ed.).
  • De Slag der gulden sporen, in: Het Belfort, Gent, 1899.
  • Campagnes flamandes de 1302 et de 1304 ou gloire militaire de Bruges au XIVe siècle, Gent, 1901.
  • La collection d'objets anciens de La Panne, déposée à Gruuthuse, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1905.
  • Emplacements et itinéraires de la chevalerie française lors des mouvements offensifs du 11 juillet 1302, in: Handelingen van het Genootschazp voor geschiedenis te Brugge, 1907.
  • Aperçu relatif à l'hydrographie dans la région orientale de Courtrai, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1909.
  • Anciens et nouveaux emplacements de populations néolithiques en Westflandre, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1911.
  • Stations préhistoriques de la ligne de faîte Ichteghem-Zedelgem, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1912.
  • La Flandre maritime belge depuis les premières émersions jusqu'à la fin des tourbes, Handelingen van het Genootschazp voor geschiedenis te Brugge, 1925.
  • De la Liane au Sincfal, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 1926.

Literatuur

  • Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1993, Brussel, 1993.
  • Koen ROTSAERT, Lexicon van de parlementariërs uit het arrondissement Brugge, 1830-1995, Brugge, 2006.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.