Maria Lambertine Coclers
Maria Lambertina of Marie-Lambertine Coclers (Luik, 1761 - Luik, tussen 1815-1820) was een pastelschilder en graveerder.[1][2]
Zij leerde de stiel van haar vader, Jean-Baptiste Coclers, en haar oudere broer Jean-Baptiste-Bernard Coclers. Zij stamde uit een familie van schilders en portrettisten in het Prinsbisdom Luik: haar vader, haar grootvader, een oom en haar broer. Circa 1800 verbleef ze met haar broer in Amsterdam, ter gelegenheid van een restauratiewerk.[3] In Amsterdam nam ze de stijl van Adriaen van Ostade over. In het Rijksmuseum is een zelfportret van haar bewaard.[4] Alles samen zijn een 20-tal pastelschilderijen en etsen van haar hand beschreven.[5][6] Ook bevat het Rijksmuseum een schilderij met haar geschilderd door haar broer.[7]
Bronnen, noten en/of referenties
|