Rheobatrachus
Rheobatrachus is een geslacht van uitgestorven kikkers uit de familie Australische fluitkikkers (Myobatrachidae).[1] De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Liem in 1973. De 2 soorten kwamen voor in Queensland, een provincie van Australië.[2]
Rheobatrachus | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | ||||||||||
Rheobatrachus silus | ||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||
| ||||||||||
Geslacht | ||||||||||
Rheobatrachus Liem, 1973 | ||||||||||
![]() | ||||||||||
Bekende verspreidingsgebieden van Rheobatrachus silus (groen) en Rheobatrachus vitellinus (blauw). | ||||||||||
Afbeeldingen Rheobatrachus op ![]() | ||||||||||
Rheobatrachus op ![]() | ||||||||||
|
De twee soorten werden vroeger tot een aparte familie gerekend (Rheobatrachidae) vanwege de bijzonder ontwikkeling van de larven die lijkt op de ontwikkeling van de sterk bedreigde familie van neuskikkers (Rhinodermatidae). De bekbroeders nemen de eitjes op in een keelzak waarin ze zich ontwikkelen. Beide soorten stierven midden jaren '80 van de 20e eeuw uit.
De Rheobatrachus-soorten kunnen beter omschreven worden als maagbroeders, want ze slikten de eitjes door, om de kikkervisjes in de maag te laten ontwikkelen. Alleen vrouwtjes deden dit, en het aantal geboren kikkertjes bleek altijd lager dan het aantal bevruchte eitjes, het is echter niet duidelijk hoe dat komt, de larven leefden van hun dooier en waarschijnlijk niet van elkaar. Door het 'uitbroeden' in de maag werd het nageslacht beschermd tegen uitdroging, beschimmeling en predatie, maar bovenal waren de kikkers voor de voortplanting niet meer afhankelijk van oppervlaktewater, wat een grote voorsprong is op vrijwel alle andere soorten kikkers en padden.
Soorten
Geslacht Rheobatrachus
- Zuidelijke maagbroeder (Rheobatrachus silus)
- Rheobatrachus vitellinus
Bronvermelding
Referenties
Bronnen |
Geslachten van de familie Australische fluitkikkers of Myobatrachidae (soortenlijst) |
---|
Arenophryne · Assa · Crinia · Geocrinia · Metacrinia · Mixophyes · Myobatrachus · Paracrinia · Pseudophryne · Rheobatrachus · Spicospina · Taudactylus · Uperoleia |