Luigi Maria d’Albertis

Over zijn jeugd is weinig bekend. Hij beëindigde zijn opleiding tot soldaat bij het leger van Piëmont om zijn vader te helpen en bracht meerdere jaren door in de Alpen en de Apennijnen om te jagen. Op 18-jarige leeftijd vervoegde hij zich bij het leger van Giuseppe Garibaldi. In 1860 sloot hij zich aan bij Garibaldi’s Zug der Tausend naar Sicilië en studeerde daarna natuurwetenschappen.

In november 1871 nam hij vanuit Genua deel aan een expeditie met Odoardo Beccari, die hem bracht naar de Maleise Archipel en naar Nieuw-Guinea. Daar onderzocht hij de Vogelkop en beklom het Arfakgebergte. Wegens oedeem en koorts reisde hij in 1873 met een oorlogsschip naar Sydney en keerde in april 1874 van daaruit terug naar Europa.

In november 1874 verliet d'Albertis Italië weer en bereikte in december Kaap York in Australië, maar kon pas zijn kamp opslaan op Yule Island op 17 maart. Hij bleef daar tot november en verzamelde natuurkundig materiaal op het eiland en het aangrenzende vasteland. Hij raakte door zijn vervoering in de problemen, nam deel aan een korte expeditie met een stoomboot op de Fly River en keerde aansluitend naar Italië terug.

Om de Fly River te bedwingen, keerde d'Albertis in februari 1876 terug naar Sydney en begon op 23 mei zijn 45-daagse expeditie met een kleine stoombarkas, die de gouverneur van New South Wales hem had geleend. Hij bevaarde de Fly River 900 km stroomopwaarts met een omweg tot in de Ok Tedi-rivier. Hij verzamelde vanuit huidige zienswijzen zonder gewetensbezwaren etnologische artefacten, hetgeen hem heftige kritiek opleverde door latere ontdekkingsreizigers.

D'Albertis startte in mei 1877 een derde expeditie over de Fly River vanuit Kaap York om met de stoombarkas toch nog het middengebergte van Nieuw-Guinea te bereiken. Dit werd echter een catastrofe, aangezien hij een Chinese expeditiedeelnemer doodsloeg, waardoor zijn team deserteerde. Hij stopte ermee en kwam op 4 januari 1878 terug op zijn uitvalsbasis. Ofschoon hij werd beschuldigd van moord, verliet hij Sydney en arriveerde op 1 juli in Engeland. Aansluitend keerde hij naar Italië terug.

De even oude Britse natuuronderzoeker Alfred Russel Wallace prees d'Albertis onderzoekerskwaliteiten en onderzoeksactiviteiten. Zijn manier om expedities te volbrengen en zijn theatraal optreden maakten hem echter in Australië impopulair, ondanks zijn prestaties als ontdekkingsreiziger.

Luigi Maria d'Albertis vertelde in 1880, dat hij het vlees van vier Arfakparotia’s (een paradijsvogelsoort) had gegeten. Dit telt als buitengewoon, omdat het vlees van deze vogel als vrij onaangenaam en bitter wordt omschreven en als ongenietbaar geldt.

• New Guinea: What I did and what I saw. 2 banden. Sampson Low, Marston, Searle & Rivington, London, 1880.