Lodewijk Cornelis Josephus Andreas van Meeuwen

Jonkheer Lodewijk Cornelis Josephus Andreas van Meeuwen ('s-Hertogenbosch, 1844 - aldaar, 1918) was een Nederlands jurist en president van het Hof en rechtbank in 's-Hertogenbosch.

Van Meeuwen, lid van de familie Van Meeuwen, groeide op te 's-Hertogenbosch. Hij verhuisde naar Den Haag, maar keerde later terug naar 's-Hertogenbosch. Hij studeerde rechten aan de Universiteit Leiden. Hij was een jongere broer van jhr. Pieter Maria Frans van Meeuwen. Lodewijk volgde hem op als president van het gerechtshof en het Hof. Vanaf 1867 tot en met 1873 was hij advocaat in 's-Hertogenbosch.

In 1872 werd hij benoemd tot rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank en in 1873 volgde zijn benoeming tot rechter. Begin 1890 werd hij benoemd tot vicepresident en kort daarop president van de rechtbank. In 1889 stond hij op de lijst van aanbeveling voor een plaats in de Hoge Raad, maar hij had geen belangstelling voor deze functie.[1] Van 1877 was van Meeuwen lid van de gemeenteraad. Daarnaast was hij bestuurslid van de Provinciaal Genootschap. Bij het vertrek van zijn broer als president in 1909 schoof hij door van de presidentsplaats van de rechtbank naar de presidentsplaats van het Hof.

Van Meeuwens zoon Eduard (1876-1946) volgde hem op als president van het Hof en de rechtbank.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.