Lialis burtonis

Lialis burtonis komt voor in grote delen van Australië. De soort ontbreekt alleen in de hogere, koele delen van de Great Dividing Range, het uiterste zuiden en Tasmanië. Lialis burtonis komt ook voor op de Torreseilanden, Aru-eilanden en het zuiden van Nieuw-Guinea.

Lialis burtonis lijkt uiterlijk op een kleine slang. De voorpoten zijn volledig verdwenen, maar resten van de achterpoten zijn nog te zien als twee platte geschubde flappen aan weerszijden van het onderlichaam. De soort kent een grote variabiliteit in kleuren en patronen. De kleur varieert van bruin, grijs, roze, geel tot zilver. Sommige exemplaren hebben dunne, gekleurde strepen over het lichaam, terwijl andere effen van kleur zijn zonder markeringen. Lialis burtonis heeft een lange kop met een wigvormige snuit. De tong is vrij lang en plat en Lialis burtonis gebruikt de tong onder meer voor het schoon likken van de ogen. Lialis burtonis wordt tot 60 cm lang.

Lialis burtonis eet met name skinken. Daarnaast worden ook andere kleine hagedissen zoals gekko's en kleine slangen gegeten. De prooi wordt erg strak bij de borstkas gegrepen en vastgehouden totdat het niet meer kan ademen. Hierbij maakt Lialis burtonis gebruik van zijn speciale kaken, die in elkaar kunnen haken en zo erg krachtig zijn. Nadat de prooi gestikt is, wordt deze volledig ingeslikt met de kop als eerste. Lialis burtonis leeft op de grond. De soort is zowel dag- als nachtactief, maar met name in de ochtend en aan het einde van de middag. Onder rotsen of boomstronken legt Lialis burtonis één tot drie eieren met een stevige schaal.