Landraad (Nederlands-Indië)

De landraad was in Nederlands-Indië een rechtsprekend orgaan. Het was voor de inheemse bevolking de gewone rechtbank in zowel burgerlijke zaken als strafzaken en voor niet-Europese buitenlanders in strafzaken.

De Landraad

Nederlands-Indië kende een duaal rechtsstelsel: de inheemse bevolking behield grotendeels het eigen gewoonterecht, binnen de adat en de traditionele rechtspraak die daarbij hoorde. Daarnaast werden ook wetboeken op westerse grondslag ingevoerd voor de niet-inheemse bevolking en voor zaken waar de adat geen passende oplossing bood, met rechtspraak "in naam van de Koning(-in)". De landraad behoorde tot deze laatste vorm van rechtspraak.

De landraad was te vinden in alle hoofdplaatsen en afdelingen en bestond uit drie leden: een jurist die voorzitter was en twee vooraanstaande inheemse leden. Verder waren bij zittingen aanwezig:

  • het plaatselijke hoofd van de moslims, de penghoeloe;
  • de griffier;
  • de inheemse openbare aanklager, de djaksa.
Zie de categorie Landraad (Netherlands Indies) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.