Kuehneosaurus
Kuehneosaurus is een vooralsnog monotypisch geslacht van uitgestorven reptielen die leefden in het Laat-Trias. De enige soort die in het geslacht geplaatst wordt is Kuehneosaurus latus.
| Kuehneosaurus Fossiel voorkomen: Laat-Trias | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
 | ||||||||
| Taxonomische indeling | ||||||||
| ||||||||
| Geslacht | ||||||||
| Kuehneosaurus Robinson, 1967 | ||||||||
| Typesoort | ||||||||
| Kuehneosaurus latus | ||||||||
Afbeeldingen Kuehneosaurus op  | ||||||||
Kuehneosaurus op  | ||||||||
| ||||||||
Kenmerken
Kuehneosaurus latus was een reptiel met lange poten, dat zweefvluchten kon maken met behulp van een vlieghuid die hij vast tegen zijn lichaam kon aandrukken tijdens zijn geklauter in bomen. Het dier was 65 cm lang en 120 gram zwaar en had sterk verlengde ribben, die aan weerszijden van het lichaam uitstaken, waardoor het dier een spanwijdte van 30 cm had. Over de ribben lag een huidflap, waardoor vleugels ontstonden, die zaten tussen de voor- en achterpoten, die werden gebruikt voor de stabilisatie van het lichaam tijdens de vlucht. Zijn lange staart gebruikte het dier als roer. De schedel en het skelet waren heel licht. Aan de achterkant van de schedel bevond zich een aerodynamische kraag. Opvallend waren de grote ogen. Tijdens de zweefvlucht kon hij insecten vangen.
Dezelfde constructie is terug te vinden bij de oudere Coelurosauravus en bij het nog levende vliegend draakje (Draco volans) van Zuidoost-Azië.
Leefwijze
Het dier leefde in bosrijke gebieden, waar het zich voedde met insecten.
Vondsten
Fossielen werden gevonden in Engeland.
Bronnen, noten en/of referenties
|