Kreek Daey Ouwens

Kreek Daey Ouwens (Lindenheuvel, 1942) is een Nederlandse schrijver en dichter. Ze bracht haar jeugd door in de Limburgse mijnstreek. In haar werk roept ze op fragmentarische wijze beelden en gebeurtenissen op uit haar jeugd en haar latere leven. Na haar debuut op 44-jarige leeftijd met een verhaal in Hollands Maandblad publiceerde ze bundels die bestaan uit een afwisseling van verhaalfragmenten en gedichtencycli.

Achtereenvolgens verschenen

  • Stokkevingers (1991)
  • Tegen de kippen en de haan (1995)
  • Kinderbed (2004)
  • De achterkant (2009)
  • Blauwe hemel (2014)
  • Ik wil in mijn huis een raam ik wil het raam dichtdoen (2016)
  • Oefening in het alleenlopen (2017)
  • Echo Echo (2020)

Kenmerkend voor haar werk zijn de vermenging van herinnering en verbeelding, de opbouw in fragmenten met veel witruimte en een sobere, slechts schijnbaar 'naïeve' stijl. Persoonlijke indrukken en observaties worden door weglating en intensivering herkenbaar voor de lezer. Verwondering en angst, verbondenheid en isolement, liefde, dood en rouw zijn terugkerende thema's.

Naïviteit duidt bij haar een situatie aan waarin elementaire krachten van het leven als geboorte, dood, taal, eenzaamheid, metamorfoses onmiddellijke werkingen lijken te hebben. De ervaringspatronen en duidingsschema's liggen nog niet vast. [...] Misschien is die stijl een middel om de beangstigende vrijheid terug te roepen dat ervaring niet opgaat in een verklaring.[1]

In 2013 ontving Kreek Daey Ouwens de Leo Herberghs-poëzieprijs. Haar bundel De achterkant werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 2009-2010.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.