Krachtstroom

Krachtstroom is de term die wordt gebruikt voor een elektrische aansluiting tussen twee of drie fasen van een driefasenenergiesysteem, in plaats van tussen één fase en het sterpunt. In Vlaanderen wordt krachtstroom ook wel drijfkracht genoemd. Een driefasenaansluiting heeft tussen de fasen onderling een hogere spanning, in het geval van een laagspanningsaansluiting is dat in Europa meestal 400 volt, terwijl de spanning tussen een fase en het sterpunt 230 volt bedraagt. Vroeger waren deze spanningen in Nederland en België op de meeste plaatsen respectievelijk 380 volt en 220 volt, maar dit is geleidelijk opgevoerd in het kader van de harmonisering van het lichtnet in Europa (in CENELEC-verband).

Animatie van een driefasenstroom

Een krachtstroomaansluiting heeft drie fase-aansluitingen en een nulaansluiting. De fasen werden vroeger R, S en T genoemd, maar tegenwoordig worden ze L1, L2 en L3 genoemd.

In tegenstelling tot wat sommige mensen denken, is krachtstroom niet gevaarlijker dan een normale 230 voltaansluiting. Bij aanraking van één pool van een krachtstroomcontactdoos is er geen verschil. Anders wordt het indien men aan twee krachtstroom polen tegelijkertijd blootstaat. De kans dat dit gebeurt is echter zeer klein.

Krachtstroomaansluitingen worden in huishoudens soms aangetroffen voor elektrische fornuizen, maar tegenwoordig worden fornuizen aangesloten met een 2x230-voltaansluiting van het type Perilex. In de industrie, de theaterwereld, de filmindustrie en de bouw zijn krachtstroomaansluitingen gebruikelijker.

  • Een aansluiting tussen twee draden van een "driefasige alternator" wordt wisselstroom genoemd omdat deze op een 2- of 3-fasige motor een magnetisch wisselveld induceert.
  • Een aansluiting tussen drie draden van een "driefasige alternator" wordt draaistroom genoemd omdat die op een 3-fasige motor een magnetisch draaiveld induceert.

Er zijn verschillende systemen voor krachtstroom: 133/230 (verouderd, voorheen 127/220), 230/400 (gebruikelijke spanning voor de aanduiding krachtstroom), en 400/690. De eerste waarde is de spanning tussen een fase en de nul (fasespanning), de andere waarde is de spanning tussen 2 fasen (lijnspanning).

De lijnspanning is een factor √3 groter dan de fasespanning. Uit de hoofdeigenschap van een driefasenspanning (de fasen lopen 120° van elkaar uiteen) is verder af te leiden dat de som van de drie spanningen op ieder moment 0 volt is. Dit houdt in dat indien men een symmetrische belasting in ster aansluit op de krachtstroomaansluiting, er door de gemeenschappelijke nulgeleider geen stroom loopt.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.